1 Petrus 4:1-6
Je ziet de dominee op zondag toch echt niet op het Kerkhof de preek houden. Zo’n dominee zou door de kerkeraad snel naar een psychiater worden verwezen. Een beroep op 1 Petrus 4 vers 6 zal die dominee niet helpen. De schrijver van deze brief moet dus iets anders bedoelen dan dat er ook op het kerkhof moet worden gepreekt op zondag. Het moderne begrip van comazuipen maakt ons misschien duidelijk waar het hier om gaat. De statenvertaling en de Naardense Bijbel hebben het tenminste ook over wijznzuiperijen waar de Nieuwe Bijbelvertaling het heeft over bras- en slemppartijen. Wie zich daaraan overgeeft is zichzelf niet. En als je er zelfs van in coma raakt dan lijk je dood. Ja als je stomdronken bent dan ben je eigenlijk al dood. Gelovigen weten best van drinken en feestvieren. Maar gelovigen hebben zoveel ontzag voor mensen dat ze zonder alcohol ook heel goed kunnen en zich er voor hoeden om hun eigen persoonlijkheid te verliezen. Voortdurend zijn ze immers gericht op het welzijn van anderen. Anderen zijn nooit voorwerpen waarmee je je eigen lust kunt bevredigen. En meedoen met feesten omdat het zo hoort, omdat je er een idool mee eert, een moderne afgod mee aanbidt is er al helemaal niet bij. Christenen worden daarom nogal eens uitgemaakt voor saaie pieten. Dat hebben ze ook wel een beetje aan zichzelf te danken. Ze doen vaak net of ze niet mee mogen doen. Maar Paulus had al geschreven dat alles geoorloofd is. Het gaat er dan ook niet om dat ze niet mogen, maar dat ze niet willen. Zo gaan we immers niet met elkaar en met anderen om. Daar is niks saais aan, want samen genieten is ook voor christenen het hoogste goed. Wijn behoort zelfs bij de maaltijd die het hoogste is wat de christelijke gemeenschap kan bereiken, de maaltijd waarbij je alles deelt, tot jezelf toe. De wijn staat dan voor het levensvocht, voor het bloed dat bij alle levenden door de aderen stroomt. Van dat leven blijf je af zegt de Bijbel. Wijn kan je dus aansterken, bemoedigen, verwarmen, weer leven geven, maar wijn zal je nooit mogen bedwelmen, van het bewuste leven mogen beroven. Daarom kan de schrijver van de Petrusbrief zeggen dat ook aan doden de boodschap van bevrijding is verkondigd. We mogen gerust uitkomen voor onze keuzes. We mogen in moderne termen altijd de Bob spelen, diegene in het gezelschap die er voor zorgt dat de anderen weer veilig thuis komen. Onze verantwoordelijkheid is voor het welzijn van de anderen. Waar die anderen verantwoordelijk voor zijn moeten ze zelf uitmaken. En let op, als je je op die manier verantwoord, zelf kiezen in plaats van moeten, dan zijn er steeds meer mensen die met je meedoen. En soms is dat hard nodig.