Daniël 9:20-27
20 ¶ Terwijl ik nog sprak en bad, mijn zonde en de zonde van mijn volk Israël beleed, en mijn smeekbede omwille van de heilige berg van mijn God richtte tot de HEER, mijn God, 21 terwijl ik mijn gebed nog uitsprak, vloog de man Gabriël, die ik eerder in het visioen had gezien, snel naar mij toe. Het was de tijd van het avondoffer. 22 Hij begon mij uitleg te geven. Hij zei: ‘Daniël, ik ben nu gekomen om je een helder inzicht te geven. 23 Er is een woord uitgegaan toen je je smeekbede begon en ik ben gekomen om het over te brengen, want je bent zeer geliefd. Luister naar het woord en sla acht op het visioen. 24 Zeventig weken zijn vastgesteld voor je volk en je heilige stad, voordat aan de overtredingen een einde komt en de zonden zijn afgesloten, voordat het wangedrag is vergolden en eeuwige gerechtigheid is gebracht, voordat het profetisch visioen bezegeld is en het allerheiligste gewijd. 25 Je moet weten en begrijpen: Vanaf het ogenblik waarop het woord is uitgegaan dat Jeruzalem hersteld en weer opgebouwd zal worden tot het tijdstip waarop een gezalfde vorst verschijnt, zullen zeven weken verstrijken; en het herstel en de wederopbouw van de stad, met pleinen en wallen en al, zal tweeënzestig weken duren, en het zal een tijd van verdrukking zijn. 26 Na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden vermoord, zonder dat iemand het voor hem opneemt. Het volk van een toekomstige vorst zal verderf brengen over de stad en het heiligdom. Hij zal zijn einde vinden in een overstroming. Tot aan het einde van de strijd zullen er verwoestingen zijn, zoals is vastgesteld. 27 Hij zal een sterk bondgenootschap sluiten met velen, één week lang. De helft van de week zal hij offers noch gaven laten brengen, en boven op het altaar zal een verwoesting brengende gruwel te zien zijn, totdat het aangekondigde einde van die verwoestende kracht komt.’(NBV)
We willen zo graag de zekerheid van ons geloof in een betere wereld die er zal komen door de richtlijnen van de God van Israël te volgen. Niet zien en toch geloven mag door Jezus van Nazareth wel geprezen zijn voor veel gelovigen, en ongelovigen, is dat toch een beetje te weinig. Christenen hebben dit gedeelte van het boek Daniël dan ook van begin af aan uitgelegd als een voorzegging van de komst en het lot van Jezus van Nazareth. Niet voor niets heet de boodschapper van de God van Israël die Maria kwam vertellen dat ze een kind zou krijgen Gabriël, net als Daniël was Maria immers zeer geliefd. En dat kind kwam en werd de gezalfde, de Messias die het volk zou bevrijden van overheersing. Maar een nieuwe Koning, de Keizer te Rome werd dat, zou hem ter dood brengen zonder dat het volk daartegen in opstand zou komen. Daarna zullen er verwoestingen komen en jawel na de dood van Jezus van Nazareth breken er opstanden uit in Israël tegen de Romeinse bezetting die uiteindelijk zullen leiden tot de verwoesting van de Tempel in Jeruzalem en de verspreiding van het volk over de hele wereld. Het bewijs dat we terecht geloven in Jezus van Nazareth als de beloofde zoon van God, als God zelf op aarde, is dus geleverd.
Maar de details kloppen niet. De tijden kloppen niet, het verhaal over offers klopt niet. Er zijn er die zeggen dat het nog zal komen, er zijn er meer die zeggen dat we niet moeten proberen de tekst van Daniël nog toe te passen op de loop van de geschiedenis zoals wij die kennen en op een toekomst die wij nog niet kunnen kennen. Daniël droomt van de terugkeer van zijn volk naar Jeruzalem. Daniël geloofd in een God die niet alleen zijn gebeden hoort maar ze ook verhoort. Elke Psalm in de Bijbel was immers gezongen in het geloof dat de God van Israël de smeekbeden van zijn volk zou horen. Daniël geloofd dat hij door zijn geloof, door zijn vasthouden aan de richtlijnen van de God van Israël geliefd moet zijn bij God. De droom van het herstel van de Tempel en de herbouw van Jeruzalem zal dus wel uitkomen. En als je zo droomt kan de tijd snel gaan en kunnen de 70 jaren die voorspeld waren voor de ballingschap wel 70 weken lijken. Maar Daniël was ook bang. Hij besefte dat een volk dat de weg van de God van Israël volledig was kwijtgeraakt opnieuw zou kunnen verdwalen. Dat oorlog en verwoesting op de hele wereld niet afgelopen zouden zijn als de Tempel en Jeruzalem weer herbouwd zouden zijn. En die angst wordt in dit visioen bevestigd,
Wat we ook vaak vergeten zijn de omstandigheden waaronder een boek uit de Bijbel is geschreven. Veel van de boeken uit de Bijbel zijn pas veel later geschreven dan de tijd waarover ze gaan. In die boeken zit dan ook vaak het commentaar verborgen op de tijd waarin een boek geschreven is. Zeker als er sprake is van onderdrukking van een volk, van beperking van de vrijheid van meningsuiting is het veiliger een verhaal te vertellen dat in het verleden speelt dan een verhaal dat in het heden speelt. Bij het boek Daniël is dat met name het geval. Het is ontstaan in de tijd dat een Griekse bezetting in Israël aan de macht was. Die Griekse bezetter had een zeer wrede koning. We kennen de wreedheid uit de eerste twee boeken van de Makkabeeën, boeken die je soms in Bijbels terugvindt als apocriefe of deuterocanonieke boeken. Daniël geeft commentaar op die tijd, een tijd waarin veel mensen de Griekse gewoonten en zeden wel aardig vonden en overnamen, modern nietwaar en hip. Er verscheen zelfs een mooi beeld van Zeus de oppergod in de Tempel. Een gruwel voor mensen die geloofden in de richtlijnen van de God van Israël die het maken van godenbeelden zo uitdrukkelijk had verboden. Vasthouden aan die richtlijnen kan gemakkelijk ingaan tegen de heersende mode. Ook in onze dagen is daar sprake van, het is niet meer gewoon om te geloven in een God. Misschien in iets hogers, ietsist mag je nog zijn. Maar een God die je de weg wijst om vrede te krijgen op aarde, om ellende en onderdrukking, honger en ziekten te overwinnen is een dwaasheid. Toch, ondanks alles blijven gelovigen die weg gaan. Elke dag opnieuw mag je daarvoor kiezen, ook vandaag.