Matteüs 9:1-8
In het algemeen spreekt men graag over de wonderen die Jezus van Nazareth heeft gedaan, maar als je het op je in laat werken is het vaak veel wonderbaarlijker dat we er zelf zo weinig van bakken. Stel je nou voor dat vrienden een zieke bij je brengen. Een zieke die gelooft dat de ziekte komt door wat de ouders fout gedaan hebben, en wat de zieke zelf zoal fout heeft gedaan. Wij weten wel dat ziekte volstrekt niet komt door wat je fout gedaan hebt. Dat was wel de vraag bij de zieke die bij Jezus van Nazareth werd gebracht. Jezus van Nazareth begon gewoon met iets aardigs te zeggen, je zonden zijn je vergeven. Natuurlijk God straft niet met ziekten en kwalen en wat je fout hebt gedaan weet je zelf als eerste en pas op het einde der tijden komt ook de eindafrekening. Maar daar werd zo over gemopperd dat het bijna een rel werd. We kennen het wel, hoe kunnen we nou aardig zijn voor iemand die dat niet verdient, hoe kunnen we opkomen voor een asielzoeker of een ex-gedetineerde bijvoorbeeld.
Toen Johannes de Doper gevangen was genomen was Jezus ondergedoken in Kafernaüm, dat betekent “huis van troost”. En troost wordt daar gegeven. Zieken, vooral chronisch zieken, hebben het ook in onze samenleving niet gemakkelijk. Ze zitten vast aan een eigen risico en ondanks toezeggingen in de Kamer krijgen ze eigenlijk niks terug. En chronisch zieken kunnen hun ziektekosten niet beïnvloeden, ze zijn er soms voor hun leven van afhankelijk. Vrienden zijn dus heel erg belangrijk om een plaats in de samenleving te kunnen behouden. Voor veel zieken geld overigens dat er veel vrienden zijn en dat zij zich niet beschroomd hoeven te voelen een beroep te doen op die vrienden, de meeste vrienden doen het graag en worden zelfs boos als ze niet om hulp worden gevraagd wanneer die hulp nodig is. Wij noemen dat mantelzorg en van de bereidheid mantelzorg te geven wordt ruim misbruik gemaakt door de rijken die de professionele zorg voor anderen te duur vinden worden. Om echte zorg te organiseren moeten we misschien af van mantelzorg maar onze stem verheffen en de samenleving baseren op delen voor en met elkaar. Maar de hele samenleving vernieuwen is nog wat anders nietwaar.
Toch volgt op die verhalen de geschiedenis van Matteüs. Een belastinggaarder. Tollenaar staat er in de diverse vertalingen en dat woord heeft bij ons een slechte klank. Toch koesteren wij ook onze historische tolhuisjes. Belasting heffen op de goederen die langs de weg worden vervoerd is al eeuwen oud. Wat ons er van is overgebleven is de douane. Het wordt Calvinisten, overtuigde protestanten, nog wel eens verweten dat ze niet kunnen genieten, dat ze geen feest kunnen vieren. Als ze dat wel doen wordt ze overigens snel verweten dat ze geen echte protestanten zijn. Beide is onterecht. Gelovigen zorgen dat ze bij bewustzijn blijven, onmatig eten en drinken is er niet bij, maar genieten van eten en drinken wel degelijk. Gelovigen amuseren zich niet ten koste van anderen, anderen gebruiken als lustobject is er bijvoorbeeld absoluut niet bij. Gelovigen genieten nog het meest als het iemand in nood weer goed gaat, als iemand die aan de grond zat weer opstaat en verder kan in het leven, als iemand die het niet meer zag zitten weer een weg ziet in het leven. Dat is genieten zoals Jezus van Nazareth dat deed. En dan mag je best een feest bijwonen, alles is geoorloofd al is niet alles nuttig.