Matteüs 9:18-26
Je moet maar durven. Iedereen denkt dat het meisje dood is. De begrafenisonderneming is al bezig met de eerste fase van het begrafenisproces, het huilen en de openbare rouw. Zo ging dat in de tijd van Jezus van Nazareth. Alleen de vader van het meisje deed niet mee. Die was de leider van de synagoge, zeg maar de kerk van het dorp, daar waar elke dag uit de Wet werd voorgelezen en een keer in de week de Wet ook kon worden uitgelegd. Hij geloofde dat Jezus van Nazareth haar weer tot leven kon brengen. Als je onvoorwaardelijk van mensen houdt dan kun je veel en daar ging de hele stoet. Jezus, de 12 apostelen en al die leerlingen die steeds achter hem aan gingen. Het was een gedrang van jewelste. Geen wonder dat er zelfs mensen waren die hem niet lastig wilden vallen. Vrouwen hebben vanouds die neiging. Niet klagen, niet zeuren, flink zijn en doorgaan, ook al ben je dood en doodziek. Zo’n vrouw kwam Jezus tegen, als je die man alleen maar aanraakt ben je al beter dacht ze, hij gaat met de belangrijke mensen mee. Maar Jezus van Nazareth zag ook haar en haar geloof dat ze beter kon worden.
Zien wij de gewone mensen langs de kant van de weg ook? Zo vaak gebeurd het dat we zieke mensen niet echt zien zitten. De bezuinigingen op de zorg zullen mensen treffen in het mogelijk maken deel te nemen aan de samenleving. Huiswerkbegeleiding voor kinderen die niet in staat zijn op school stil te blijven zitten en het thuis zelf te doen. Vervoer en hulp voor thuiswonende ouderen. Nee mensen achter de geraniums laten zitten, op bed laten liggen of ziek en getekend langs de weg laten gaan is waar we naar terug gaan. We lezen in dit Bijbelgedeelte over twee zieken, een meisje dat het leven liet en een vrouw die aan bloedverlies leed. Voor ons zijn dat verschillende zaken. Maar als je weet dat het leven van een mens huist in het bloed dan gaat het twee keer over hetzelfde, bij de een is het leven geweken en bij de ander vloeit het leven langzaam weg. Wij lijken het leven voor veel mensen vaak onnodig zwaar te maken, werk en sociale contacten zijn immers voor ons leven wat het bloed was voor mensen in de dagen van Jezus van Nazareth. Voor Jezus was het een kwestie van opstaan, wie contact zoekt met de levende gaat zelf leven. Wie opstaat tegen de dood zal leven. Jezus greep het meisje bij de hand, ze slaapt riep hij, en ze stond op.
Maar zijn wij bereid de gehandicapten, de Wajongers, de zieken van vandaag de hand te reiken en ze te laten opstaan tegen een bezuinigende overheid? Laten we wakker blijven vandaag. En er is nog een aspect in het verhaal. Het begint in de synagoge, bolwerk van mannelijke godsdienstigheid. Eén van de regels was dat je een vrouw die haar maandelijkse bloeding had niet mocht aanraken. Maar je weet het niet dus raak je een vrouw niet aan, vrouwen worden dan de onaanraakbaren en een vrouw die dat niet pikt geeft al haar geld uit om er maar onderuit te kunnen komen, tot Jezus haar duidelijk maakt dat die aanraking zonder verdere seksuele bedoeling niet tot onreinheid leidt maar tot sociaal contact. Een meisje van 12 jaar, die leeftijd wordt uitdrukkelijk genoemd, staat op het punt die maandelijkse bloedingen te krijgen. Je zal dan een vader hebben die het toppunt van godsdienstigheid is. Niet eten is dan een mogelijkheid om dat onaanraakbare te ontlopen. Maar daar ga je aan dood. Jezus doorbreekt dat nog een keer door haar een hand te geven, en te eten. Aan ons om na te denken wie wij tot onaanraakbaren maken en of dat wel terecht is.