Matteüs 21:18-22
Kinderen kunnen zo spontaan zijn. Ze twijfelen nog niet. Voor hen is hun wereld ook de wereld en alles wat daar buiten ligt is onbekend en bestaat daarom ook eigenlijk niet. Pas in de loop van de ontwikkeling gaan ze de wereld ontdekken en leren ze dat er mensen leven die ze nooit zullen ontmoeten en plaatsen bestaan waar ze nooit zullen komen. Uiteindelijk komen ze op een punt in hun leven waar ze met Paulus kunnen roepen dat al de kennis die ze opdeden eigenlijk een last is. Gewoon kijken naar een dode boom en dan niet verbaasd zijn dat ook de bladeren er af vallen hebben ze dan verleerd. Gewoon beginnen aan het verwijderen van ook de zwaarste obstakels als dat nodig is durven ze dan niet meer. Daar heeft Jezus van Nazareth het over. Hij had uit Psalm 8 geleerd dat die manier waarop kinderen naar hun wereld kijken je het dichtst bij God kan brengen. En als de mensen iets te grote woorden lijken te gebruiken om hem aan te duiden dan wijst hij al die knappe geleerden op die Psalm.
Ze weten wel veel maar ze zijn vergeten er mee te spelen, ze zijn vergeten dat het gaat om het geluk en de vreugde van gewone mensen, ja zelfs van de minsten onder hen. Het gaat er om de mensen die vastgelopen zijn in hun leven weer in beweging te krijgen, het gaat er om mensen die het niet meer zien in het leven weer een toekomst te laten zien en het licht doen opgaan. Het gaat er dus uitdrukkelijk niet om om godsdienst en religie te verbinden met geld en verdienste. Overal in de Bijbel klinkt de oproep dat iedereen moet kunnen meedoen en als er mensen zijn die daar moeite mee hebben of te weinig bezitten om mee te doen dan moet je delen, dan moet je samen delen als gemeenschap. Daarom zie je in veel kerken dat er terughoudend wordt gecollecteerd, dat als er wordt gecollecteerd er eerst voor de armen een bijdrage wordt gevraagd. In de Protestantse Kerken in Nederland gaat het dan vaak eerst om Kerk in Actie, om de vergeten rampen, de armsten in de hele wereld, om de steun aan de bevrijding van de allerarmsten, de eerste slachtoffers van oorlog, geweld en armoede.
Daarna volgen dan de armen in eigen omgeving, want ook al hebben we het rijk in ons land, ook in een rijk land kunnen mensen in de knel komen. Als gemeenten en deurwaarders te veel terug vragen, op een te groot deel van een klein inkomen beslag leggen dan is er ook in ons land voor veel gezinnen geen morgen meer waarop zelfs een simpel ontbijt voor kinderen ligt te wachten. Dan kunnen kerken soms een uitkomst bieden. Voor de eigen kerk, voor de kosten van de dienst en het kerkgebouw wordt vaak pas bij de uitgang gecollecteerd. En in Protestantse Kerken krijg je vaak het gevoel dat je niet hoeft te geven, het mag, het is welkom, maar als je niet hebt dan ben je er zelf niet minder welkom om.
En twijfel? Mag je dan niet twijfelen aan het bestaan van God? Aan de waarheid van de Bijbel? Aan de boodschap van Jezus van Nazareth? Waar twijfel je dan aan? Aan de wetenschappelijke houdbaarheid van de stellingen die je door een kerk worden voorgehouden? Daar mag je best aan twijfelen, al die zekerheden zijn maar betrekkelijk. Of twijfel je aan de zin van het leven als je leven ingericht is op de zorg voor de minsten. Daar is geen twijfel over mogelijk, dode dingen blijven dood en zijn zinloos, alleen genot en lust is uiteindelijk leeg, maar de zorg voor de minsten, het opstaan van mensen die geen stap meer verder kunnen, het inzicht dat mensen krijgen die het niet meer zien zitten, dat geeft een rijkdom die onbetaalbaar is, daar hoef je nooit aan te twijfelen, ook vandaag niet.