Leviticus 9:7-24
Waarvoor zijn al die offers bedoeld? We lezen allerlei voor ons ingewikkelde voorschriften over het slachten van dieren die vervolgens in stukken worden gesneden en verbrand, buiten de legerplaats of op het altaar. Wij doen dat zo niet meer, wij doen dat eigenlijk helemaal niet meer. Toch staat het als gebod in de Bijbel. Ook in het nieuwe Testament staat het nog. Als Jozef en Maria op de achtste dag naar de Tempel gaan om hun pasgeboren baby op te dragen aan God dan offeren ze twee duiven, het offer van de armen. Dat offeren van dieren begint in het gedeelte dat we de afgelopen dagen lazen en waarvan we vandaag opnieuw een deel lezen, eigenlijk het slot van het verhaal over de Priesterwijding. De Priesters zijn nu gewijd en Aäron als Hogepriester mag het nu zelf doen. Hij legt eerst het onvolmaakte dat ook aan hem kleeft, ook gewijde priesters zijn dus niet volmaakt, op het offerdier en dat wordt geslacht en buiten de legerplaats verbrand. Dan brengt hij een offer als teken dat hij bereid is alles te delen en dan mag hij voor het volk gaan offeren.
Het volk brengt de offerdieren bij de Hogepriester. Verder doen ze niks. De Hogepriester brengt de offers, geholpen door de andere priesters, zijn zonen. Maar het volk kijkt toe. Toch wordt ook het onvolmaakte van het volk overgedragen op het offerdier. Toch wordt ook voor het volk een offer gebracht dat een teken is dat ze alles willen delen. Dan gaan Mozes en Aäron de Tent der Ontmoeting binnen. Wat is daar te doen? Daar staat die rare kist met twee beelden van engelen op de dekstel en de stenen platen met de richtlijnen voor de menselijke samenleving. Voor in die Tent staat ook nog een tafel met brood, een klein altaar om reukstoffen te branden, wierook en zo en een aantal lampen die het geheel verlichten. Wat er binnen gebeurd staat niet in de Bijbel. Iedereen denkt altijd dat Mozes en Aäron wel een ontmoeting gehad zullen hebben met de God van Israël, maar dat staat nergens.
Als ze weer naar buiten komen dan zegenen ze het volk. En een zegen is een wens dat het goede gebeurd, wij zegenen elkaar vrijwel dagelijks als we goededag zeggen, of goedemorgen, goedemiddag en goedeavond. In de Bijbel gaat dat wat plechtiger. Lees maar eens in Numeri 6 vanaf vers 24, daar staat de zegen die je ook wel op het einde van kerkdiensten kunt horen, de wens dat God je wil zegenen en beschermen, dat God je genadig wil zijn en dat God je zijn vrede wil geven. Dat is de Naam van God over het volk uitspreken. Je wil dus dat de mensen die je zegent samen met God op pad gaan. God zal er zijn maar ben jij er ook? De zegen waarover we in dit gedeelte van Leviticus lezen maakt kennelijk aan het volk duidelijk dat van die Tent der ontmoeting een vuur uitgaat dat je doet juichen en je omver kegelt. Het offer brand en wat je terugkrijgt heb je al, de richtlijnen voor de menselijke samenleving samengevat in heb je naaste lief als jezelf. Daarvoor moet je bereid zijn om alles te geven wat je hebt, om nauwkeurig te doen wat die God vraagt, je naaste ook echt liefhebben. Wij doen dat zonder offers en priesters, maar we mogen het elke dag opnieuw doen, ook vandaag weer.