Psalm 35
De vraag die hier boven staat is gericht aan de God van Israël. Het lied dat we vandaag met de kerk meezingen begint er mee. En wat is dat voor slap gedoe, kun je zelf niet meer vechten? De Psalm wordt aan David toegeschreven, komt in elk geval uit een bundel liederen die bij de Tempel werden gezongen en de titel David droeg. En die koning David was een geduchte vechtersbaas, terwijl de koning van zijn dagen de vijanden per duizenden versloeg deed David dat per tienduizenden. Toch vraagt die David aan zijn God om zijn vijanden te bestrijden. Dat is niet zo vreemd als het lijkt. Volgens het verhaal dat in de Bijbel over David wordt verteld heeft hij weet van het verbond dat de God van Israël met zijn volk heeft gesloten. Bij dat verbond horen de richtlijnen voor de menselijke samenleving en de hoofdlijnen daarvan stonden op stenen platen. Wat daar stond klinkt tot op vandaag door in onze wereld. “Gij zult niet doden” is een overbekende richtlijn en hoe kun je je vijanden bestrijden als je niet doden mag.
David heeft in zijn leven ondervonden dat je soms vaker je vijanden moet doden dan je lief is. Zelfs al zou je niet geloven in de God van Israël dan dood je toch niet iedereen die je voor de voeten loopt. Iedereen die het niet met jou eens is. Iedereen waardoor jij je bedreigd voelt. Er zijn mensen die dat recht in eigen hand nemen. Zo voelde iemand zich bedreigd door Pim Fortuijn en schoot hem dood. Dat is in onze samenleving gelukkig een zwaar misdrijf. Wij hebben wetten en regels om opvattingen te bestrijden en het tot gelding brengen van volgens ons foute opvattingen te voorkomen. Dat systeem werkt niet altijd feilloos, het is immers ook maar een menselijk bouwsel, maar het is wel het enige dat we hebben en dat we dus moeten koesteren. Daarom is die moordenaar ook onderworpen aan de regels van het strafrecht en volgens die regels door een rechter veroordeeld tot de straf die hij gekregen heeft. Daarom moet die straf ook uitgevoerd worden volgens de regels die er voor staan, juist omdat die moord zo verkeerd was. Afwijken van die regels omdat je het niet met de moordenaar eens bent brengt je op hetzelfde verkeerde spoor als die moordenaar heeft bewandeld.
Het is uiteindelijk de God van Israël die de armen bevrijdt van hun onderdrukkers zingt de psalmdichter. Dat is niet een knip met de vingers, dat is niet met een bliksem uit donkere wolken of met een grote aardbeving die ineens alle uitbuiters in de grond doet zakken. Verhalen in de Bijbel lijken dat nog wel eens te vertellen maar zelfs degenen die ze door vertelden lachten er bij en vertelden dat het in de werkelijkheid zo niet zal gaan. Het zal gaan door de wetten en regels nauwkeurig te volgen. Niet omdat het nu eenmaal moet, niet omdat dode letters en verstofte regels beter zijn als het gevoel van levende mensen. Maar omdat we van elkaar houden. Zelfs van een moordenaar die zijn straf heeft ondergaan, wat hij ook gedaan heeft. We willen een samenleving zonder moordenaars, een samenleving waar iedereen een aandeel in heeft, waar we met elkaar op zoek zijn naar de beste weg. Dan moeten we ook bereid zijn om moordenaars weer terug te brengen op die weg. Dan zullen de armen werkelijk bevrijdt xijn van hun uitbuiters. Elke dag opnieuw mogen we aan die samenleving werken, ook vandaag weer.