Genesis 24:54b-67
Van de ene bron naar de andere. Binnen de woestijngemeenschappen waar deze verhalen verteld werden en waar water van het uiterste levensbelang was moeten de verhalen over Isaak en Rebekka wel als uiterste vruchtbaarheidsverhalen geklonken hebben. Vooral als het verhaal eindigt bij de bron van levend water van de profeet, zoals de vertaling van die prachtige naam uit de titel van vandaag luidt. Jezus van Nazareth zou zich later ook zo noemen als hij bij de put zit en een Samaritaanse vrouw hem water schenkt. De duizend maal tienduizend nazaten hoeven je dan ook niet meer toegewenst te worden. Denk nu niet dat het verhaal maar om enkele mensen gaat, het gaat om grote groepen. De meesterknecht van Abraham heeft een verzameling knechten bij zich en Rebekka gaat ook niet alleen maar met een stoet dienaressen.
 Het volk van Abraham groeit en groeit dus al doende. Het water maakt ze vruchtbaar wil het verhaal ons kennelijk vertellen. Dat terwijl wij in een land wonen waar watermanagement iets van de allerhoogste orde is. Maar het delen van water brengt vruchtbaarheid. Bij ons wil dat zeggen verdelen van water en beschermen tegen water. In een verstedelijkte samenleving komen we daar steeds verder van af te staan. Ooit vonden we in ons land de waterschappen uit. Samenwerking van burgers, boeren en eigenaren uit de stad maakten de dijken sterk genoeg om vruchtbare polders voort te brengen. Maar de eigenaren zijn anonieme banken geworden, de burgers wonen in de polders vanwege het uitzicht en niet meer om dienstbaar te zijn en de boeren stellen alleen belang in hoge productie op de korte termijn. Het bestuur van het waterschap speelt zich dan ook buiten de waarneming van de kiezers van die besturen af.
Dat die samenwerking ons het vruchtbare land heeft gegeven waar we in wonen lijken we langzaam te vergeten. En dat terwijl we weten dat verwaarlozing van de dijken en de verdeling van het water met de klimaatsverandering ons en onze kinderen rampen kan bezorgen. We moeten dus terug naar de bron, naar de oorsprong van ons land, samen bouwen en samen besturen. Het water wijst ons de richting. Een land van allemaal samen zijn we vergeten. We leven alsof het gaat om een land van ieder voor zich. Het zogenaamde polderen, samen staan om gevaren af te wenden en rekening houden met elkaars belangen, is een vies woord geworden. De Bijbel leert ons op allerlei plaatsen dat alleen de bereidheid samen te delen, iedereen mee te laten doen en zelfs de minsten en de armsten te betrekken bij die samenleving een toekomst garandeerd. Wij mogen elke dag aan die Bijbelse toekomst werken, ook vandaag weer.