Houd de gastvrijheid in ere

Hebreeën 13:1-8

Het laatste vers van het gedeelte dat we vandaag lezen uit de brief aan de Hebreeën hangt bij aartsconservatieven in grote letters geschilderd aan de muur. Aangezien Jezus van Nazareth hun alles is staat er volgens hen dus in de Bijbel dat alles altijd hetzelfde moet blijven en dat het geijver voor een andere, een betere wereld afbreuk doet aan het Christendom. Ze zouden beter de eerste zeven verzen van dit laatste hoofdstuk van de Hebreeënbrief in grote letters aan de muur hangen. Voor elke dag een vers. Dan zouden ze begrijpen dat onder alle veranderde omstandigheden de liefde van Christus ons nog steeds uitdaagt om aan het werk te gaan. Die uitdaging tot een leven van liefde verandert niet. De problemen van onderlinge liefde veranderen. Hoe organiseer je nu in een wereld van individuen dat opgemerkt wordt dat er iemand aan het afhaken is, iemand ziek geworden is? Binnen de Kerk is dat toch een probleem geworden.

Hetzelfde geldt voor de gastvrijheid. We kennen natuurlijk het verhaal van Abraham die een aantal vreemdelingen die uit de woestijn op kwamen dagen te eten en te drinken gaf. Dat bleken niet alleen engelen te zijn, boodschappers van God die kwamen vertellen dat Sara zwanger zou worden, maar daar bleek de Heer zelf bij te zijn die beloofde Sodom niet te vernietigen als er nog vijf rechtvaardigen gevonden zouden worden. Maar als er bij ons vreemdelingen komen opdagen dan nemen we ze zeker niet op als boodschappers van onmenselijke situaties waarvoor iedereen op de vlucht zou slaan. De schrijnende armoede waaronder miljoenen op aarde moeten leven weten wij aardig buiten de deur te houden onder het motto dat zij die de schrijnende armoede weten te ontvluchten bij ons komen profiteren van onze welvaart. Het gemeste lam wordt bij ons niet geslacht voor vreemdelingen uit de woestijn.

Ook het huwelijk is bij ons niet heilig. We verzetten ons er tegen als mensen die van elkaar houden en de trouw en de zorg voor elkaar willen uitstralen in een echte formele ingezegende verbintenis dat ook vastgelegd willen hebben. En ons verzet is er alleen maar omdat die mensen toevallig van hetzelfde geslacht zijn. Liever sluiten we huwelijken die bestemd zijn voor wederzijdse lustbevrediging en als de lust bevredigd is weer net zo snel uit elkaar vallen als ze gesloten werden. We heben daar zelfs speciale spoedprocedures voor. Lust en welvaart drijven ons handelen in dit leven. Geld is het allerbelangrijkste. Een dag in de week waarop we samen vrij zijn van de slavernij van produceren en consumeren is tot een vloek geworden. Zeven dagen per week zult ge vierentwintig uur per dag consumeren en produceren lijkt het eerste gebod te zijn geworden. Vertrouwen op een God die we niet zien maar toch voor ons zorgt is een geestelijke stoornis lijkt het wel. Alleen een handjevol gelovigen die het verhaal horen en hebben geloofd blijft aan die droom vasthouden. Elke dag mag dat weer opnieuw. Ook vandaag nog.

 

Plaats een reactie