Spreuken 8:1-21
Uren kun je zoeken naar de oplossing van een probleem, plotseling dringt die oplossing zich op en je realiseert je dat de oplossing eigenlijk al die tijd al voor de hand heeft gelegen. Het roept je als het ware toe. Hoe heb je zo stom kunnen zijn dat je het voor de hand liggende niet hebt gezien. Het overkomt ons allemaal wel eens. De dichter van het Bijbelboek Spreuken wijst ons er nog eens op. De wijsheid roept het uit op het kruispunt van de wegen, bij de poorten van de stad. Je zou er bijna over struikelen. En wat roept de wijsheid dan wel niet? Dat God liefhebben boven alles gelijk is aan je naaste liefhebben als je zelf. En dat het dus eigenlijk heel eenvoudig is om heel veel ellende tussen mensen te voorkomen. “De poorten van de stad” staat er overigens niet zomaar als trefpunt van veel mensen, het was ook de plaats waar recht werd gesproken. En echt recht sluit mensen in en niet uit.
 Moskeeleiders die wel van vrouwen af kunnen blijven en dus zelfs geen hand geven moeten volgens velen maar weg, vrouwen die zich niet schaars gekleed op straat aan de ogen van vreemden aanbieden en dus jaren in Nederland wonen zonder veel van onze taal te spreken moeten ook maar weg . Dat vrijwilligers uit de kerken jaren geleden uren van hun vrije tijd gaven om die allochtone vrouwen de eerste beginselen van onze taal en samenleving te leren, dat dat werd tegengewerkt en waar leerboeken werden gesubsidieerd dat werd wegbezuinigd maakt allemaal niet uit, weg met die mensen wordt er geroepen. Vrouwe Wijsheid roept uit dat we juist die mensen moeten liefhebben.
Â
In het stuk uit Spreuken dat we vandaag lezen stelt de wijsheid zichzelf voor. Ze woont bij beraad, nadenken dus, wat zij geeft is kostbaarder dan het zuiverste goud. En dat doet weer denken aan die verhalen van Jezus over het Koninkrijk van God. Het ontzag voor God is immers het begin van de wijsheid. En met dat ontzag heb je mensen lief als je zelf, dan kun je niet anders dan rechtvaardig regeren, dan verafschuw je hoogmoed en trots. Dat het ene volk zich beter vindt dan het andere en over haar wil regeren zouden we toch langzamerhand moeten herkennen als het absolute kwaad. Op kleinere schaal vinden we die afschuwelijke “eer” ook vaak terug, de eer van de partij, de voetbalclub, de stad, de famillie worden vaak hoger gesteld dan de liefde voor de mensen of de waarheid. Eerwraak en afschuwelijke rellen zijn daarvan het gevolg. Volg de paden van het recht zegt de Spreukendichter, en dan zullen we de wijsheid vinden. De routebeschrijving staat er bij. En zo te zien is het minder zwaar dan de Nijmeegse Vierdaagse.