Ons geweten reinigen

Hebreeën 9:1-14

Ons Wilhelmus van Nassauwe is een geschiedenisles. Het lied kent vele coupletten maar we zingen over het algemeen alleen het eerste en soms ook het zesde couplet. De andere coupletten slaan we over. Maar waarom? Het is toch al een merkwaardig lied. Ik heet geen Wilhelmus van Nassauwe en het zou mij zeer verbazen als U als lezer wel zo heet. Misschien bent U van Duitsen bloed, maar meer waarschijnlijk is dat U van Nederlandse afkomst bent. We hadden in Nederland maar één Prins van Oranje, tegenwoordig hebben we een Prinses van Oranje, en die zal best vrij onverveerd zijn maar waarom zou iedereen dat zingen en de koning van Hispanje heeft niemand hier ooit geeërd. Toch zingen we dat lied omdat het ons verbind met de eeuwenoude geschiedenis van ons land en de waarden die in die geschiedenis bevochten zijn.

De vrijheid van geweten, de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van vereniging en vergadering, de vrijheid van onderwijs, het recht op een eerlijke en onafhankelijke rechtspraak op grond van vooraf vastgestelde wetgeving, het recht om onafhankelijk in het geheim afgevaardigen voor gemeenteraden, provinciale staten en de Tweede Kamer te kiezen. Dat alles klinkt in ons volkslied mee zonder dat er een woord over gezegd wordt in het lied zelf. Zo was het ook geworden met de Tempel in Jeruzalem. Daar lag de grondslag van het volk Israël. Daar lag de wetgeving waarvan iedereen wist dat je daar o zo gemakkelijk van kon afdwalen. In het dagelijks leven spelen immers niet alleen de geschreven maar ook de ongeschreven regels een rol. Niet iedereen kent de details van alle wetten en regels, binnen Israël was studie van de Wet dan ook een hoog goed. Elk jaar weer moest iedereen zich bewust worden hoe vaak en hoe ver men zich had verwijderd van de bedoeling van die Wet, je naaste lief te hebben als jezelf.

Daar waren die rituelen met voorste tent en tweede tent, het heilige en het allerheiligste voor. Maar als je dat één maal per jaar doet zijn er grote delen van het jaar dat de armsten er weinig aan hebben. Die moeten wachten tot het tijd wordt weer opnieuw te beginnen. De Christenen zijn Jezus van Nazareth gaan beschouwen als het offer dat op de Grote Verzoendag werd gebracht, door hemzelf, door de kruisdood te ondergaan en daardoor de dood te overwinnen. Dat offer maakt dat je elk moment opnieuw mag beginnen je naaste lief te hebben als jezelf. Dat offer maakt dat de momenten dat je het vergeet je vergeven worden als je er maar van leert en het voortaan anders gaat doen, groeien in geloof noemen sommigen dat. Zoals het zingen van ons volkslied ons bepaalt bij de waarden van onze rechtstaat zo bepaalt de herinnering aan het offer van Jezus van Nazareth ons bij het gebod de minsten op aarde lief te hebben. En die herinnering vieren we in de kerk in het delen van brood en wijn, want om dat delen gaat het, ook vandaag weer.

Plaats een reactie