Hebreeën 9:15-28
Op deze Hemelvaartsdag lijkt de schrijver van de preek voor de Hebreeën het traditionele geloof van de Christenen helemaal op de kop te willen keren. Jezus van Nazareth was immers gekruisigd, gestorven en begraven. Maar op Pasen viert de Christelijke kerk dat Jezus van Nazareth uit zijn graf was opgestaan en weer kon eten en drinken met zijn volgelingen. Die opstanding lijkt hier wel helemaal geen rol te spelen. In de eerste plaats moeten we ons realiseren dat hier ook het vertalen van de Bijbel ons parten speelt. Wij lezen de Bijbel nu eenmaal niet in het Grieks waarin dit gedeelte oorspronkelijk was geschreven. In het Grieks zijn testament en verbond twee dezelfde woorden, dia’theke. Daar speelt de schrijver mee door het enerzijds te hebben over het verbond dat Mozes met zijn God sloot op de Sinaï, het verhaal dat we kunnen lezen in Exodus 24 en anderzijds het verbond dat Jezus met zijn leerlingen sloot tijdens het laatste avondmaal.
Dat sluiten van een verbond ging ook in de Sinaï met bloed gepaard, er werd als het ware een maaltijd gehouden tussen God, Mozes en het volk waarbij alles wat bij het volk van God sprak daarbij werd betrokken. Dat bloed was van dieren maar het bloed van Jezus van Nazareth was van een mens. Door zijn manier van zich aan de Wet houden werd hij opgenomen in het Rijk van God, waar God zelf is en waar dus geen verbinding gelegd hoeft te worden. Die verbinding moet wel met ons gelegd worden. Wij immers deinzen er zo vaak voor terug om de weg te gaan die Jezus van Nazareth ging. Vrede bewaren zelfs als de mensen ons willen doden. Als ons bezit wordt bedreigd dan gebruiken we liever geweld. Helpen van de armen die tegen hun armoede in opstand komen vindt men in onze samenleving maar verspilling, ook met die armen kun je beter vechten lijkt het wel.
Omdat we ons zo vaak laten verleiden door hebzucht en gemakzucht moeten we steeds opnieuw beginnen met het geloof in, met het werken aan het Koninkrijk van God, die nieuwe samenleving van eerlijk delen en heb je naaste lief als jezelf. We kunnen steeds opnieuw beginnen omdat we weten dat Jezus van Nazareth het heeft volgehouden door de dood heen. Ja door de dood heen. Dat een lijk is opgestaan gaat er bij veel mensen niet in. De schrijver van brief aan de Hebreeën lijkt daar niet mee te zitten. Hij heeft het over een verschijning van Jezus van Nazareth na diens dood. Die verschijning deed de mensen beseffen dat die liefde die hen in beweging had gezet er nog steeds was. Dat die liefde gedeeld kon worden met iedereen op aarde en als iedereen op aarde daarin gedeeld had de verschijning opnieuw zal plaatsvinden en die ideale samenleving bereikt zal zijn, daar zijn de tranen gewist en zal geen dood meer zijn. Op grond van het eerste verbond spraken de profeten van dit visioen, op grond van het tweede testament gingen en gaan de Christenen op pad om dat te verkondigen en waar te maken, iedere keer als we de armsten van de aarde weten te helpen, vandaag dus ook.