2 Samuel 20:14-26
Joab was weer op oorlogspad. Hij had zijn rivaal Amasa vermoord en daarmee zijn leger in verwarring gebracht, zijn broer Abisaï had de verwarring opgeheven en nu sloeg Joab het beleg voor Abel-Bet-Maächa. De hele stad dreigde uitgemoord en verwoest te worden vanwege de brutaliteit van één man. Maar naast de mannenwereld die met man en macht het eigen gelijk wil halen is er ook de wereld van vrouwen die gericht zijn op het geven en het bewaren van het leven. Wijze vrouwen worden ze in de Bijbel genoemd. De wijsheid presenteert zich in verschillende Bijbelboeken zelfs als vrouw. En het begin van alle wijsheid is volgens de Bijbel het ontzag voor de God van Israël. Bij de latere Rabijnen nemen vrouwen dan ook een voorbeeldpositie in. Mannen moeten naar de Synagoge om zich te laten onderrichten in de richtlijnen voor de menselijke samenleving. Vrouwen kennen dat onderricht van nature al.
Joab moet daarom in gesprek met een wijze vrouw. Die wijst hem op een oud spreekwoord, als je in Abel een verstandige vraag stelt dan krijg je waarom je vraagt. Waarom dan de hele stad verwoesten als het gaat om één man? Joab vraagt dus de uitlevering van die ene opstandeling. Die nu niet wordt aangeduid als iemand uit de stam van Benjamin maar als afkomstig uit het bergland van Efraïm, iemand met Egyptische invloeden, niet helemaal te vertrouwen dus ook niet voor Benjaminieten. Hij kreeg het hoofd van Seba toegeworpen, het hoofd viel hem toe en Joab kon op de ramshoorn blazen ten teken dat ook zijn leger naar huis kon. Hij blies op de ramshoorn net als Seba op de ramshoorn had geblazen.
Als de vrede is getekend en Joab is teruggekeerd naar Jeruzalem kan David opnieuw beginnen met regeren. En net als de eerste keer dat hij zijn paleis had betrokken volgt ook nu een opsomming van zijn hofhouding. En nu blijkt dat die hofhouding niet echt is gegroeid. Maar er zijn wel opmerkelijke veranderingen. Davids zonen zijn geen priester meer. Joab is nu ook opperbevelhebber, dus de baas van het noordelijke leger. En we komen Adoram tegen die de baas is van de herendiensten. De herendiensten zijn de diensten die onderdanen zonder betaling moeten verrichten voor de Koning. Samuël had er al tegen gewaarschuwd en verderop in de Bijbel zullen we leren dat Salomo als opvolger van David een uitgebreid systeem van herendiensten had georganiseerd, vooral in het Noorden. David begon als Koning naar Gods hart, maar heel langzaam is hij gaan lijken op een koning zoals de Heidenen die willen, een koning waar je ook tegen in opstand kan komen. Ook voor ons blijft het verhaal van David belangrijk, wij krijgen immers ook een nieuwe koning die samen met zijn ministers, gecontroleerd door het parlement, moet regeren. Aan ons om net als de wijze vrouw uit Abel te letten op de gevolgen voor armen en weduwen.Komt er vrede, wordt er eerlijk gedeeld, wordt er gezorgd voor de minsten? Elke dag kunnen we daarop letten en dat zelf doen, ook vandaag weer.