Romeinen 13:8-14
Niet wat moet, of wat voorgeschreven staat, maar wat je doet uit liefde voor de ander. En dat zonder er iets voor terug te vragen. Daarin ligt wat vanouds de Wet genoemd wordt. “Eerlijk zullen we alles delen”, leren we onze kinderen zingen en plagerig klinkt er dan soms achteraan “ik een beetje meer dan jij”. Daarin klinkt door dat we begrepen hebben waar eigenlijk de zin van het leven in begrepen is. We zullen het samen moeten doen en we zullen wat voor elkaar over moeten hebben. De beweging tegen de verWildering van ons land maakt veel los. Moet dat nu, is de nadruk op het samen vinden van oplossingen niet het ontkennen van problemen. Er zijn toch Molims die afstand tot de westerse samenleving prediken, die de normen en waarden van de Islam desnoods met geweld aan onze samenleving willen opleggen. Er zijn toch jongeren, vooral van vreemde herkomst, die het de mensen in oude verpauperde wijken moeilijk maken, ze daar beroven, hun bezittingen vernielen en het genot van rustig wonen ontnemen. Mogen die problemen niet meer genoemd worden? Worden we zo wereldvreemd door het alleen maar over de liefde te hebben zoals Paulus in dit stuk ook doet dat we geen oog meer hebben voor de ellende van mensen? Het zijn serieuze vragen die om een antwoord vragen. Moord en diefstal worden in dit gedeelte door Paulus zeer expliciet veroordeeld, net als overspel. Beschouw een ander niet als een object voor je eigen genot. Maar het gebod je naaste lief te hebben als jezelf moet je de ogen openen voor de ellende van je stad en landgenoten. Die verpauperde wijken moeten omgevormd worden tot prachtwijken. En wie wijken ziet verpauperen zal hard moeten protesteren bij de plaatselijke overheid. Jongeren die door armzalige wijken zwerven omdat scholen met list en bedrog en neplessen moeten zien te voldoen aan lesurennormen krijgen het verkeerde voorbeeld. Waar zijn dan de sportverenigingen die hun velden en sportzalen voor hen openstellen? Waar zijn de tienerprojecten? Waar is de garage waar je kunt leren je eigen bromfiets te onderhouden? Waar zijn de mensen die roepen om oplossingen? De oplossingen zijn er wel maar het geroep wordt overstemd door het geschreeuw tegen een zogenaamd vreemde godsdienst. Daar gaat die tegenbeweging over, dat de oplossingen weer gehoord worden, dat in plaats van de vreemde godsdienst die mensen die het slachtoffer zijn van maatschappelijke veranderingen weer gehoord en gezien worden. Daar gaat het over als Paulus schrijft dat we onze naaste lief moeten hebben als onszelf. Daar kunnen we vandaag nog mee beginnen. Niet in een grauwe kleurloze samenleving van ieder voor zich, angstig voor het vreemde, maar in een kleurrijke samenleving waar het “eerlijk zullen we alles delen” tot onze onvervreemdbare cultuur behoort.