1 Korintiërs 14:1-12
Mensen die in vervoering raken stoten soms onverstaanbare klanken uit. Als dat gebeurt in een religieuze omgeving dan noemen we dat soms tongentaal. Er zijn groeperingen waar die vervoering een belangrijke rol speelt. Pas als mensen in vervoering raken, buiten zichzelf treden, dan geloven ze echt zegt men dan. Dat geeft daarna nog een probleem want wanneer weet je nu echt of een God., de God van Israël zelfs, je in je hart heeft gewerkt, je in vervoering heeft gebracht, of dat het een wens vanuit jezelf was die zo sterk was dat je inderdaad in vervoering raakte. In het gedeelte dat we vandaag uit de Bijbel lezen staat dat het in vervoering raken en vooral het uitstoten van zogenaamde tongentaal, taalklanken die niemand kan verstaan, helemaal niet zo Christelijk is maar eigenlijk een zeer egoïstische bezigheid is. Het is mooi dat iemand zo rechtstreeks met God kan praten maar die iemand wordt er zelf niet beter van en zijn of haar omgeving al helemaal niet.
Paulus legt de nadruk op het profeteren. Mannen worden zelf opgeroepen hun vrouwen daarbij te helpen. Dat is nodig omdat vrouwen in de cultuur waarin Paulus leefde bij uitstek de waarzegsters waren. Zij konden in vervoering, in trance, worden gebracht en in orakelspreuken de toekomst duiden voor een persoon of een groep. Dit soort gebruik van mensen wijst Paulus radicaal af, de stem van de orakelspreeksters, de stem van de vrouw bij uitstek, dient in de Christelijke gemeente te zwijgen. Maar profeteren is wat anders dan de toekomst voorspellen. Die orakelspreuken lijken op de klanktaal van hen die in vervoering spreken. Je moet maar raden wat er bedoeld wordt en wat je er mee kunt. Profeteren is heel wat anders. Een profetie vertelt je waar het gedrag op uit zal lopen als je dat gedrag stelt in het licht van de Bijbel. Een profetie kan je op het idee brengen je gedrag te veranderen.
Als je je eigen roem nastreeft, alleen maar leeft om rijker te worden of machtiger dan loopt dat uit op eenzaamheid, ongeluk en ellende. Het nastreven van rijkdom en macht heeft ons in de hele wereld in een financiële crisis gebracht. De Profetie dat het nastreven van rijkdom en macht ons in ellende zal storten is een zeer actuele. Het kan er ons toe brengen, het zal er ons toe moeten brengen, ons gedrag te veranderen. Paulus rijkt ons daarvoor twee ijkpunten aan. De eerste is de Liefde, jaag de liefde na staat in het gedeelte dat we vandaag lezen. En wat die liefde is en kan hebben we in het hoofdstuk hiervoor kunnen lezen. De tweede is de vraag of wat we zeggen ook kan helpen bij de opbouw van de gemeente. Worden mannen en vrouwen echt gelijk? Vervalt het verschil tussen allochtonen en autochtonen? Delen armen en rijken met elkaar? Steekt men in de gemeente samen een hand uit naar de papierlozen? Is er voldoende aandacht voor de zieken en gehandicapten en hun positie in de samenleving? Wie de liefde najaagt en de gemeente ziet als een lamp voor de samenleving, zoutend zout zou Jezus dat noemen, kan de rij vragen oneindig uitbreiden. En die vragen stellen is profeteren. Dat mag dus iedereen in de gemeente, elke dag opnieuw, ook vandaag.