1 Korintiërs 12:31-13:13
Vandaag zingen we met de Kerk van alle tijden het beroemde lied van de liefde mee uit de eerste brief van Paulus aan de mensen in Korinthe. Dat zelfzuchtig uit de titel die we voor vandaag boven dit stukje hebben gezet heette in de Statenvertaling nog “Zij zoekt zich zelfve niet” Ofwel 4 x z n. Dat was de titel van een van de eerste omroepacties in Nederland om geld in te zamelen voor de armen. Het was nog een radioactie, van de NCRV die werd geleid door Johan Bodegraven. Die actie zette de toon voor latere televisie acties, van Open het Dorp tot de Tsunami actie. Nederlanders staan op en komen in beweging om mensen in nood te helpen waar ook ter wereld. Dat in beweging komen voor anderen die zonder die beweging van mensen niet kunnen voortleven is de liefde die hier bezongen wordt. We kunnen de waarheid vertellen wat we willen. We kunnen de beste pr methoden hanteren, boekjes maken zo mooi als het kan, tv programma’s, liederen shows, documentaires noem maar op zegt het door Paulus aangehaalde lied hier, maar als we de liefde niet hebben die mensen in beweging brengt dan wordt het allemaal niks.
De Liefde steekt overal boven uit. Als alle hoop vervlogen is lijkt het leven zinloos, dan lijkt er niets meer over, dus ook hoop is belangrijk. En als je nergens meer in kunt geloven, er geen idealen meer zijn, het leven leeg en plat is geworden, als je zelfs niet meer in jezelf of in je helden kunt geloven is het leven ook niks meer, dus ook het geloof is belangrijk. Maar boven geloof en hoop stijgt de liefde uit. Zonder de liefde zijn ook het geloof en de hoop niks meer. In kerken wordt vandaag veel over het geloof gesproken, mensen wordt weer op het hart gebonden te gaan geloven en te blijven geloven. Mooie woorden worden er gesproken en fraaie muziek ten gehore gebracht. Op de TV vertellen mensen waarom ze van hun geloof zijn gevallen of wat geloof voor hen betekent. Mensen moeten van alles van hun geloof of mogen juist van alles niet van hun geloof en vinden dat anderen iets moeten of juist niet mogen van hun geloof. De meeste mensen geloven het wel als ze al die stelligheden over geloof horen.
Maar al die woorden over het geloof zijn niets waard als gemeenschappen van gelovigen niet de liefde hebben voor de verworpenen van deze aarde. Als mensen niet in beweging komen voor de kinderen die ook vandaag opgesloten zitten in onze gevangenissen. Als we geen hoop weten te geven aan gevangenen in de wereld die ten onrechte zitten opgesloten, als we niet het voedsel weten te brengen aan de hongerigen in Afrika, kleding aan de armen, troost aan de nabestaanden van oorlogsslachtoffers en slachtoffers van natuurrampen. Zonder liefde slapen de papierlozen in onze straten en niet in niet meer gebruikte kerken. Zonder liefde vergaan ouderen van eenzaamheid. Zonder liefde is er van een samenleving geen sprake meer. Daarom kan dit lied besluiten met het erkennen van het bestaan van geloof, hoop en liefde maar bezingt het als de grootste van deze drie de liefde, niet het geloof dus, niet de hoop, maar de liefde, vraag daarnaar als men spreekt over wat er allemaal van geloof moet of juist niet mag. En verspreidt de Liefde voortdurend om je heen, ook vandaag weer.