Een lichaam is een eenheid

1 Korintiërs 12:12-30

Vandaag lezen we een stuk dat Paulus geschreven heeft niet alleen voor de gemeente maar ook over de gemeente. En als we daarbij bedenken dat in de dagen van Paulus de gemeente van Jezus van Nazareth, de gemeente van de mensen van de Weg, beschouwd moest worden als blauwdruk voor een nieuwe samenleving, als tegenhanger van de bestaande Romeinse samenleving, dan wordt dit gedeelte ook een maatschappijkritiek op de samenleving waarin wij ons bewegen. De afkomst van de leden van de gemeente van Korinte was zeer divers. Joden op de eerste plaats, maar ook Heidenen van allerlei volken. Daarbij kwam dan nog het onderscheid tussen slaven en vrijen, tussen mannen en vrouwen en tussen ouderen en jongeren. Bij Paulus smelten die verschillen samen tot één lichaam. De verschillen worden niet ontkend maar het belang van al die verschillende mensen voor dat ene lichaam is hetzelfde. Geen van die verschillende delen mag en kan zeggen beter te zijn of belangrijker te zijn dan de andere.

Je moet in een dergelijke gemeenschap, zeg samenleving, dan ook niet proberen de ene groep tegen de andere op te zetten, of enige groep uit te sluiten van dat lichaam. Als er strijd uitbreekt of als er een deel wordt afgesneden gaat het hele lichaam ten onder. Daar mogen wij in onze samenleving nog wel eens bij stilstaan. Overigens ook in de kerken mag dit wel tot bezinning leiden. Wat moet je met processen waarbij het gaat over de vraag of iemand wel of niet moet worden uitgesloten en niet over de vraag hoe je het geloof in deze dagen het beste kunt verwoorden voor al die verschillende groepen mensen. De beeldspraak van Paulus over het lichaam en de delen zal ook in zijn dagen wel tot grappen geleid hebben. De vergelijking van een lid van de gemeenschap met het geslachtsdeel van een man is niet zo vleiend. Bij Paulus wel, hij weerkaatst de grap door op te merken dat een dergelijk lichaamsdeel, dat waar we ons voor schamen en die we doorgaans bedekt houden, met meer zorgvuldigheid behandeld wordt.

Belangrijker is het lichaamsdeel dat pijn lijdt. Dan lijden alle delen mee, zegt Paulus ons. Voelen we dat ook zo? Als er een grote ramp gebeurd wel. Binnen de kortste keren stroomt het geld binnen op giro 555 en komen de acties op gang. Maar voelen we die pijn ook als in onze buurt mensen pijn lijden? Of als mensen in onze kerk gebukt gaan onder problemen? Onverschilligheid kenmerkt toch vaak onze samenleving. Mensen die blijven toekijken als een ander verdrinkt. Niemand die uitstapt als iemand gewond op de weg ligt. De helden die van tijd tot tijd worden gehuldigd niet te na gesproken maar die helden zijn de uitzonderingen die een regel maar al te vaak helaas bevestigden. Wij moeten steeds meer beseffen dat we zelfs over de hele wereld deel uitmaken van een lichaam, het lichaam van de bevrijder van de wereld, bevrijder van armoede en ellende. Wij kunnen daarom niet anders dan mee lijden met al die lijdenden, mee delen met ieder die ons delen nodig heeft en stem geven aan stemlozen. Totdat de wereld geheeld is, het heil ter wereld is gekomen heet het deftig. Maar wie deel uitmaakt van het lichaam van Christus voelt de pijn en rust niet tot de pijn over is.Of je nu leider in de gemeente of knecht bent, dat maakt dus niet uit.

 

Plaats een reactie