Niets onreins eten

Rechters 13:1- 24
 
Soms is een eenvoudig advies eenvoudig weg zo goed dat het te simpel lijkt en daardoor ongeloofwaardig. Dat gebeurde de vrouw van Manoach ook. Het volk van Israel liep weer eens vreemde goden achterna. Dat waren vruchtbaarheidsgoden. Die moesten zorgen voor een goede oogst en voor nageslacht. Nou dat liep verkeerd af. De oogst werd geroofd en kinderen kwamen er niet. Dat haalt je de koekkoek was een oud gezegde, het ligt voor de hand. De vreemde streken die je soms moet uithalen om gelukkig te worden, paragnosten, babyfluisteraars, water instraalsters tot helderzienden die de gedachten van je huisdier kunnen lezen toe. We kunnen er, net als in de dagen van de Rechters, tegenwoordig ook nog wat van. Botox, schoonheidsoperaties, elke week nieuwe kleding, benzineslurpende auto’s, eindeloze vakanties, wisselende relaties, alles om te voldoen aan de eisen van de goden van jong en succes.

Of een eeuwig leven te verkrijgen is door steeds maar te verjongen. We weten wel dat het niet kan maar we laten het ons aan alle kanten wijs maken. Bij het gezin van Manoach kwam een boodschapper langs die een eenvoudig recept had. Ga je weer aan de Wet van God houden, die Wet over wat je wel en niet moet eten die in de woestijn was gegeven. Spijswetten die je weer bewust maken van wat je eet en waarom. En bij bewustzijn blijven was klaarblijkelijk belangrijk want er volgt ook een verbod op het drinken van alcohol, wijn of andere drank. Het zijn adviezen die ook vandaag hun nut bewijzen. Hoeveel ouders hebben hun kinderen niet aan drank verloren, en hoeveel kinderen hun ouders niet aan drank, overgewicht en bijbehorende welvaartsziekten. Elk jaar begint ook in ons land de Ramadan, ook alleen eten als het donker is maakt je bewust van de waarde van voedsel. En we zullen ons bewust moeten zijn hoe we met het leven omgaan, met het voedsel dat we eten, met de vreemdelingen met wie we moeten delen, met de naaste van wie we moeten houden.

Het offer was dus gewoon voor de boodschapper, die de ouders van Simson er nog eens op had gewezen dat het je houden aan de regels, die waren afgesproken in de woestijn, beter zou bevallen dan al die poespas rond de vruchtbaarheidsgoden. En zo gebeurde, ze kregen eindelijk een zoon en die groeide voorspoedig op. Hij was apart gezet, hij zou een voorbeeld moeten worden van het houden van de Wet van God. Dat betekent samen delen, houden van je naaste als van jezelf, dat zou de gewoonte moeten zijn in het land, dat zou gewoon moeten zijn voor iederen. We kennen het verhaal van Simson natuurlijk, het land werd geplunderd en dat plunderen was heel wat meer gewoon dan het delen. De Bijbel roept ons dan op na te gaan hoe het bij ons zit. Is de zorg voor elkaar belangrijker dan de winst die we voor onszelf kunnen maken? Is de zorg voor de zwaksten voorop stellen de gewoonte bij alle beslissingen of de wens alles voor onszelf te mogen bepalen? Elke dag opnieuw wordt ons de vraag gesteld en elke dag opnieuw mogen we antwoord geven, ook vandaag weer.

Plaats een reactie