Jesaja 30:27-33
Volgens het boek van de profeet Jesaja houdt de God van Israël zich actief bezig met internationale politiek. Vandaag lezen we daar een passage over die dat meer dan duidelijk maakt. Volken die het arme volkje van Israël denken te kunnen bezetten en uitbuiten zullen zelf te lijden krijgen, uiteindelijk zelf in het vuur verdwijnen waarin de kinderen van Israël aan hun god Moloch werden geofferd. Het is een belofte van steun. Assyrië had in eerste instantie gewonnen. Israël was gestrafd juist mede vanwege het offeren van kinderen in het vuur aan Moloch, een afgod. Assyrië had koningen en priesters in ballingschap gevoerd. De belofte het volk van deze onderdrukking te bevrijden is tegelijk een waarschuwing.
Het zal duidelijk zijn dat als het vuur voor Moloch bestemd wordt om er Assyriërs in te gooien datzelfde vuur niet meer een zogenaamd heilig offervuur is waar kinderen van Israël in geofferd worden aan een afgod. Het verhaal van het offer van Izaak was in Israël totaal vergeten. Dat Abraham zijn zoon had gebonden en naar de top van een berg had gebracht om zijn zoon te offeren aan de God van Israël klonk in de dagen van Jesaja niet meer dan normaal, zo deden gelovigen. Dat die God van Israël zelf een offerdier had gestuurd en juist het offeren van kinderen had verboden was een deel van het verhaal dat vergeten was, verdrongen door de mode. Uiteindelijk had die afgoderij Israël verzwakt. Er werd niet meer voor elkaar gezorgd. De minsten bleven onverzorgd, de weduwe en de wees rechteloos. En een volk, een huis, dat tegen zichzelf verdeeld is gaat ten onder. Dat was ook het lot van het volk Israël geworden.
Wat moeten wij nu met die oude verhalen? Met die oude belofte van bevrijding en die waarschuwing tegen kinderoffers? Wij zorgen toch goed voor onze kinderen? Wij hebben onderwijs, wij hebben voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse kinderopvang? Maar te veel van onze kinderen groeien dicht. Het lijkt of we ze vestmesten zoals dieren vetgemest worden om geofferd te worden. Het aantal gedragsproblemen onder kinderen neemt toe. De opvang die kinderen geboden wordt betekent dat ze steeds minder tijd doorbrengen met liefhebbende zorgende ouders die hen een voorbeeld zijn in het leven. De goden van winst en profijt, die in onze dagen worden aanbeden, eisen ook hun slachtoffers, eisen dat we werk stellen boven zorg, dat we dus het tegendeel doen van wat de God van Israël van ons vraagt. Mogen we de crisis die we meemaken een straf van God noemen? Niemand heeft een antwoord op die vraag, maar de crisis is begonnen in hart van het rijk van de goden van profijt en winst: de banken en de financiële markten. We moeten dus wellicht een andere weg inslaan. De Weg van de God van Israël, de weg van delen met elkaar en zorgen voor de minsten staat elke dag opnieuw voor ons open, ook vandaag weer. Kies dus de weg die je wil gaan.