Jesaja 30:19-26
Vandaag lezen we een boodschap van hoop uit het boek van de profeet Jesaja. Hoop voor de bevolking van Jeruzalem, een stad die bezet was door vreemde soldaten en waarvan de leiding van Tempel en Koninkrijk was weggevoerd in ballingschap. Wat voor uitzicht hadden de bewoners van de Tempelberg nog? Waar haalden ze hun eten vandaan nu er geen pelgrims meer optrokken naar de stad om daar met de armen, de familie, de tempeldienaren en de vreemdelingen de maaltijd te houden die de God van Israël hun had bevolen om ze te laten oefenen in de zorg voor de armen en de gastvrijheid voor de vreemdelingen? Ze moeten weeklagen zegt de profeet. Dat is iets anders dan ach en wee roepen en gewoon doorgaan met waar je mee bezig was, maar dan met een droevig gezicht. Er zal een Weg worden gewezen die je zult moeten willen gaan, je zult er naar moeten willen luisteren.
Het is de weg van het afzweren van de met zilver overtrokken beelden en de vergulde godenbeelden. Het zijn de beelden van de dood. In de dagen van de profeet Jesaja geloofde men dat bloed de drager van het leven was. Een vrouw die bloed verloor was dus bezig het leven te verliezen. Daar moest je ver van blijven en die vrouw moest je de gelegenheid geven daarvan te genezen. Onrein was ze en als het bloedverlies stopte moest ze zich baden om weer schoon aan het leven te kunnen deelnemen. Het is de eerbied voor het leven die in die opvatting doorklinkt, niet een afkeuring van vrouwen of zo. De goden van winst en profijt zogen het leven ook uit je, ze lieten je je bloed offeren maar gaven er geen leven voor terug. Die goden worden ook vandaag nog gediend. Ze zitten verscholen in financiële instellingen die op frauduleuze wijze met de rentes manipuleren, die volken en landen naar hun hand proberen te zetten, die de rijken rijker laten worden en de armen armer.
De Weg van de God van Israël is het afzweren van die goden. Weg er mee, weg met de oncontroleerbare financiële markten waar de wetten van de dood, de wetten van oorlog en geweld , de wetten van hebzucht en het recht van de sterkste gelden. De Weg van de God van Israël is het delen met elkaar in de wetenschap dat als we delen met elkaar er voor iedereen genoeg is. Dat als volken samendoen in plaats van elkaar te bestrijden iedereen in voorspoed kan leven. Dan is er altijd ergens regen die een oogst doet lukken, regen die een oogst zo overvloedig laat zijn dat waar de oogst mislukt er geen armoede hoeft te ontstaan. We moeten daarvoor dus de goden van hebben en houden, de goden van winst en profijt, de deur wijzen. Niet de banken en financiële markten moeten ons leven bepalen maar de God van Israël, het delen met de armen en het opnemen van vreemdelingen in onze gemeenschap. Gelukkig dat we er elke dag opnieuw mee mogen beginnen, ook vandaag weer.