De leerlingen gingen terug naar huis

Johannes 20:1-18

Vandaag lezen we het thuis het verhaal van Pasen uit het Evangelie van Johannes. Daar staat het weer een beetje anders in als in de andere drie Evangelieën. Het is zo’n merkwaardig verhaal dat we er vanouds niet genoeg van kunnen krijgen. Uiteindelijk gingen de volgelingen van Jezus van Nazareth weer naar huis maar zelfs daar liet het verhaal ze niet los. Dat graf was leeg, daar was hun Jezus van Nazareth niet. Die enorme persoonlijkheid, die Lazarus na een aantal dagen nog uit zijn grafspelonk had geroepen, die in Naïn een jongen van zijn doodsbed had doen opstaan, die het dochtertje van de Romeinse hoofdman Jaïrus van haar bed had doen opstaan, die lag niet in het graf. De steen was weg, de doeken opgevouwen, het verhaal was uit. Het liet ze niet los. Er was iets in hun leven grondig veranderd. Dit was niet meer het leven dat ze gewend waren.

Achteraf wisten ze wat er verkeerd was. Ze hadden niet meer nagedacht over het verhaal van Israel. Aan de verhalen over de Wet van de Woestijn. Hoe profeten steeds weer hadden gezegd dat het verhaal van die onvoorwaardelijke liefde ook door de dood heen zou moeten gaan. Dat de angst voor dictatoren, voor machtige koningen en grote legers, voor martelingen en onderdrukking je nooit zou moeten afbrengen van het volgen van de weg van God, van de Wet van de Woestijn, van de weg van de Liefde. Ik ben die weg had die Jezus ze ooit gezegd. En tot op het kruis toe had hij om anderen gedacht. Had hij zelfs een moordernaar getroost en hem een eeuwig leven beloofd. Hij had zijn moeder getroost. Hij had gevraagd om het de soldaten en priesters niet aan te rekenen dat ze hem aan kruis hadden geslagen. Nooit op een enkel moment had hij zijn vervolgers vervloekt, nee hij had ze de kans gegeven terug te komen op hun weg van geweld en verdrukking om opnieuw te beginnen. Dat was het volhouden van de weg van Liefde door de dood heen. wie daarin gelooft kan niet meer op de oude manier aan het werk. Winst en profijt doen er immers niet meer toe. Macht en aanzien tellen niet meer. Alleen de liefde voor de naaste, voor de zwaksten in deze wereld, heeft waarde.

Er zijn altijd van die mensen die zich niet kunnen neerleggen bij het onvermijdelijke. Het verhaal was uit. Maar die Maria uit Magdala bleef rondhangen bij dat graf. Huilend en treurend. En waarom huilen? Dood is dood, begraven is begraven. Niemand die dat kan veranderen. Of toch? Iemand die je aanspreekt, die je naam noemt, die bij je is. Ook al heeft een geliefde afscheid moeten nemen als er iemand bij je is die van je houdt, die je naam noemt, dan ben je niet meer echt alleen. Daarom was het troosten van de bedroefden ook één van de opdrachten van Jezus aan zijn leerlingen. Zorgen dat iedereen kan blijven meedoen aan de samenleving. Als iemand door verdriet alleen dreigt te blijven moet dat doorbroken worden. Op die manier ging Jezus met de mensen om en in die omgang met mensen mogen we net als Maria van Magdala Jezus herkennen. Overal in elke stad en in elk dorp zijn er ook vandaag mensen mee bezig die je hulp en inzet meer dan welkom zullen heten. Groet ze in de naam van Jezus van Nazareth en ga meedoen.

 

Plaats een reactie