Rechters 9:1-21
Â
Vandaag lezen we een fabel uit de Bijbel. In fabels gedragen dieren en planten zich alsof het mensen zijn. In de 18de eeuw zijn een heleboel fabels verzameld in door La Fontaine, een Franse schrijver. In de 19de eeuw werden die fabels zelfs zo populair dat kinderen ze in Nederland op school uit het hoofd moesten leren. Ds. J.J.L.ten Kate had zich daar sterk voor gemaakt. De fabel is een literaire vorm om boodschappen over te brengen en ingewikkelde zaken op eenvoudige wijze duidelijk te maken.
Een fabel is dan ook geen historisch of waargebeurd verhaal. Over niet waar gebeurde verhalen spreken we vaak als over fabeltjes en mensen schrikken als ze ontdekken dat er in de Bijbel ook fabels staan. Maar in de Bijbel staan ook sprookjes, net als geslachtsregisters en moppen, naast wetten en uitvoeringsbesluiten, ook liederen, gedichten en zelfs straatliedjes. Al die literaire vormen worden gebruikt om boodschappen over te brengen, want de Bijbel is een boek dat het bestaan van de God van Israël wil verkondigen en de mensen op wil roepen het in hun leven met het verhaal van die God te wagen.
De fabel van vandaag gaat over Koningen. We willen zo graag sterke leiders. Onze premier wordt niet afgerekend op de vermindering van het aantal armen in de samenleving, of op de verbetering van de zorg voor zieken, gehandicapten en bejaarden maar op de kracht waarmee hij leiding weet te geven aan de uitvoering van zijn regeerprogram, wat daar dan ook in moge staan. Het boek Rechters stelt de vraag of het wel zo goed is te streven naar sterke leiders. In Sichem had men zich daartoe overlaten halen omdat een sterke leider nu eenmaal ook op het eigen volk afstraalt. Gideon, de konklijke Rechter was dood en had 70 zonen. Maar wie wil er nu 70 bazen? Eén is beter, en het liefst één van het eigen volk. Abimelech dus, zijn naam betekent immers al “zoon van de koning.”
Joram, de jongste zoon van Gideon prikt er fijntjes doorheen met zijn beroemde fabel over de bomen in het bos. De bomen kijken wel uit om koning te worden. Ze dragen vrucht, geven schaduw, verschaffen genot, kortom, behalve de doornenstruik, hebben ze allerlei goede taken en eigenschappen. Een koning is alleen maar koning. En wie wil er nu een doornenstruik als koning. Als je per se een sterke leider wil hebben hou je er altijd een doornenstruik aan over, die is nergens anders geschikt voor. Laten we dus vooral goed opletten wat die politici met ons voor hebben. Al die partijen hebben internetpagina’s, op sommige staat welke leuke bijeenkomsten ze organiseren, op andere staat wat ze willen bereiken, wat ze met ons en de samenleving voorhebben.
Ga maar eens surfen langs de bomen van ons politieke bos. En waar dat kan laat je horen. Er zijn partijen die dat op prijs stellen, er zijn politici die alleen hun eigen gelijk horen. Het boek Rechters leert ons dat voor een rechtvaardige samenleving alle mensen ook met de rechtvaardigheid in die samenleving bezig zouden moeten zijn. De Rechters die optreden zijn voorbeelden. Zij laten zien hoe iedereen zich eigenlijk heeft te gedragen en wat de valkuilen daarbij kunnen zijn.