Rechters 8:28-9:6
Het volk Israël had Gideon hoog. Hun aartsvijand Midjan kwam nooit meer over de nederlaag heen. En Gideon regeerde een mensenleeftijd, 40 jaar is het aantal jaren van de volmaaktheid. Die Gideon wordt zelfs opgevoerd als de vader van alle volken. Van hem wordt immers gezegd dat hij zeventig zonen had en er waren volgens het Oude Testament niet meer dan zeventig volken. Telkens als je dat aantal tegenkomt moet je aannemen dat het gaat over alle volken op aarde. Maar die ene zoon, die in Sichem geboren werd, die kreeg een naam die niet spoort met het verhaal dat hier wordt verteld. Abimelech betekent “mijn vader is koning”. Dat kun je natuurlijk vroom uitleggen en zeggen dat God bedoeld is, wat Gideon ook had gezegd, maar het geeft ook een koninklijk tintje aan Gideon, de vorstelijke baas van een heiligdom waar iedereen God kwam aanbidden.
Toen Gideon dood en begraven was was het dan ook snel gedaan met zijn uitstraling. Die mooie mantel woog niet op tegen de mooie beelden van Baäl-Berit en die god werd dan ook na verloop van tijd de god van het volk Israël, let op: dus niet de God van Israël. Maar bij een God als Baäl-Berit hoort ook een koning. De goden van Kanaaän verbonden zich immers met Koningen en niet zoals de God van Israël met slaven. Die goden hadden beelden met goud bekleed, hun palen waren in de akkers gedreven om Asjera hun vrouw tot vruchtbaarheid te bewegen, want vruchtbaarheid was niet een geschenk dat een God zomaar zou schenken omdat hij mensen lief had, dat was een verhaal dat wel over de God van Israël werd verteld maar waar je niet op kon rekenen. Je eigen offers, je eigen rituelen waren de verzekeringspenningen waarmee je de gunst van Baäl en de goden kon kopen. Dat blijkt uit het verhaal van Abimelech.
Als je de zoon van de koning bent, je heet “mijn vader was koning” dan moet je zorgen dat je koning wordt als er behoefte is aan een koning. Nu hadden de steden in Kanaaän stadsvorsten en zo’n stadsvorst zou ook het stadje Sichem niet missstaan. Dan was een koning die geboren was in Sichem te verkiezen boven koningen die uit een andere stad kwamen. Het eigen volk eerst is niet van deze tijd het is van alle tijden. En in alle tijden gaat het gepaard met bloedig geweld. Zo ook hier, er wordt een leger gehuurd en voor elk volk op de wereld, voor elke zoon van Gideon wordt een sjekel uitgetrokken om die uit te roeien. En zo begint de regering van Abimelech met een bloedbad en roept het volk hem uit onder de Heilige Eik die buiten de poort Sichem staat te beschermen. Ook voor ons is er natuurlijk de vraag of we eigen volk eerst zetten en ons eigen belang laten regeren of dat we inzien dat we met alle volken in de wereld verwant zijn en moeten zien samen te leven. De keuze lijkt voor de hand te liggen maar dat is het voor veel mensen in deze tijd niet. Wie de keuze maakt voor alle volken moet de verwantschap misschien wat harder uitroepen, anders wordt het eigen belang tot vorst uitgeroepen.