Ik zal jullie zéker vervloeken

Maleachi 2:1-9
 
Er zijn weinig geleerden die in de bode, die als schrijver van de profetie wordt genoemd, een van de Priesters heeft gezien. Toch zou het zomaar kunnen als je nauwkeurig dit gedeelte uit de Profetie leest. Maar de priesters worden hier ook wel uiterst negatief afgeschilderd. De Profetie gaat er vanuit dat van de oproep om zich te keren naar het uitvoeren van de oorspronkelijke wet niets terecht zal komen. Ze zullen zeker vervloekt worden want ze nemen het vermaan toch niet ter harte. Erger nog, de mest van de offerdieren zullen ze in het gezicht geworpen krijgen en ze zullen op de mesthoop belanden. Hun nageslacht zal getroffen worden en dat zou het einde kunnen betekenen van het Priestergeslacht. Het zijn immers alleen de nakomelingen van de stam Levi die Priester of Tempeldienaar, Leviet, konden worden. Zij zijn het die in de eerste plaats de Wet moesten bewaren, bewaken en uitvoeren.

De stam van Levi kreeg daarom geen grond in Israel maar leefde van rechtspreken en het mee eten van de offers die in de Tempel gebracht werden. Als het volk zich van de godsdienst zou afwenden zou het slecht vergaan met de Priesters en zouden ze wel gedwongen worden het volk weer bij de Wet te betrekken. Dat gaat natuurlijk niet op als de Priesters zelf de Wet aan hun laars zouden lappen. Dan hoefde het volk het ook niet zo nauw met de Wet te nemen en zou de godsdienst ten gronde gaan. Daarom moesten Priesters betrouwbare mensen zijn die de waarheid zouden spreken, niet ten eigen bate, maar volgens de Wet van de Woestijn, de Wet van eerlijk delen, de Wet van heb je naaste lief als jezelf. Priesters die dat niet zorgvuldig en integer doen halen de minachting van het volk op hun hals.

Vandaag de dag geldt het zelfde voor autoriteiten. Politieagenten die drugs gebruiken, zich niets aantrekken van verkeersregels of hun naasten mishandelen halen de naam van het politiekorps omlaag en zorgen dat het publiek er minder vertrouwen in krijgt. De politieorganisatie doet er daarom veel aan de korpsen te zuiveren van slechte elementen. Het zelfde geldt voor het openbaar ministerie en de rechterlijke macht. Moeilijker ligt het bij volksvertegenwoordigers en leden van het Openbaar Bestuur als Burgemeesters en Commissarissen van de Koningin. Die volksvertegenwoordigers zijn gekozen door het volk. Als een volksvertegenwoordiger veroordeeld is omdat die de buurman mishandeld heeft duurt het tot de volgende verkiezingen voor het duidelijk wordt of die volksvertegenwoordiger nog voldoende volk vertegenwoordigt. In onze democratie is het daarom zaak ook als burger op te letten op de zuiverheid van autoriteiten en bestuurders. Als het daar gaat afglijden dan gaat het in de samenleving als geheel van kwaad tot erger. En we moeten koste wat kost het goede blijven kiezen, ook als het pijnlijk is voor autoriteiten en bestuurders, de Priesters van vandaag.

Plaats een reactie