Na drie maanden

Handelingen 28:11-22

Van Caecarea naar Rome is tegenwoordig een kleine afstand. Die zou je met een beetje goede wil en een vliegverbinding toch in een dag moeten kunnen overbruggen. Wij kunnen ons niet voorstellen hoe dat in de dagen zonder motoren voor schepen, zonder vliegtuigen, zonder auto’s en andere gemotoriseerde vervoermiddelen is gegaan. Toen was de wereld nog groot. Mensen dachten over het Romeinse Rijk als over de hele bewoonde wereld. Paulus bleef drie maanden in Malta overwinteren. Maar een paar dagen hier en een week bij vriendelijke leerlingen van Jezus van Nazareth, het deed er allemaal niet toe. Ook de centurion en zijn soldaten, die toch gevangenbewaarders waren, gingen alle keren met Paulus mee en samen met zijn reisgezelschap moet het een hele optocht zijn geweest. Geen wonder dat, toen hij in Rome arriveerde, een menigte hem tegemoet kwam en Paulus eerst God dankte dat hij zijn reisdoel had bereikt.

Soms moet je een beetje verder studeren om te snappen wat er eigenlijk verteld wordt. Want Paulus reisde niet zomaar op een schip naar Rome. Van de schepen waarmee hij tot nu toe reisde wordt weinig verteld. Alleen hoeveel mensen er wel niet mee reisden. Maar van dit schip wordt nog een andere bijzonderheid verteld. En dat soort details staan er niet voor niks. Het schip draagt het beeld van de dioscuren. Alleen gymnasiasten weten nog wat dat betekent. En misschien marinemensen want ooit hadden we marineschepen die genoemd waren naar de dioscuren, de Castor en de Pollux. In de godsdienst van de Romeinen waren dat de zonen van oppergod Zeus. Ze beschermden de zeevarenden  tegen rampen en werden vooral in Egypte vereerd. Die rampen hadden Paulus en zijn reisgezelschap in ruime mate gehad. Die Romeinse godjes hadden daar toch maar weinig tegen beschermd. Paulus zelf had moeten ingrijpen en vertrouwend op zijn God van Israël had hij de juiste Weg gevonden om iedereen behouden aan land te laten komen. Lucas houdt wel van dit soort subtiele grapjes, achteraf kun je alles aan een godje toeschrijven maar helpt het ook echt?

Paulus wordt behandeld als een gijzelaar, zoals de Joden in de ballingschap waren behandeld. Ze mogen wel zelfstandig wonen maar staan onder toezicht van de Keizer. Zo krijgt Paulus in Rome ook een eigen huis. Hij begint met de Joden uit te nodigen en zich opnieuw te verdedigen voor zijn geloof. Dat blijkt niet helemaal echt nodig te zijn. De beschuldigingen uit Jeruzalem zijn niet in Rome doorgedrongen. Wel de weerstand die Paulus in de Synagogen heeft ontmoet op zijn reizen door Turkije. En het loopt dus uit op de mogelijkheid voor Paulus om in Rome het Evangelie, de boodschap, van Jezus van Nazareth, te verkondigen en daar was het om begonnen.

Om dat verkondigen van het Evangelie mag het ons ook begonnen zijn, ondanks het cynisme en de onverschilligheid in onze samenleving. Als woorden niet helpen dan moeten daden dat maar doen, de daden van liefde voor onze naaste, de hand die we uitsteken naar de minste, de maaltijd die we houden met de vreemdelingen onder ons. Zo mogen wij elke dag opnieuw dat Evangelie verkondigen, ook vandaag weer.

Plaats een reactie