Handelingen 21:1-14
Het ligt nogal voor de hand dat de autoriteiten in Jeruzalem niet blij zullen zijn met de komst van Paulus. Elk jaar met het Pesach feest en met Pinksteren kwamen overal uit het Romeinse Rijk Joden en sympatisanten met de Joden naar Jeruzalem om daar het feest te vieren. Die komst naar de Tempel was nog een voorschrift uit de Tora, de eerste vijf boeken van Mozes. In Deuteronomium staat dat het verplicht was om naar de Tempel te reizen om daar een maaltijd te houden met je familie, de Tempeldienaars, de armen en de vreemdelingen die bij je werkten. De Priesters vonden het al best als je zelf kwam en een offer bracht. Paulus ging na het Paasfeest op reis hebben we gelezen en wilde voor de Pinksteren in Jeruzalem zijn. Veel van de mensen die naar Jeruzalem reisden zullen daar verteld hebben over die mensen van de Weg die in de Synagogen vertelden over Jezus van Nazareth en eigen gemeenschappen met de Heidenen stichten. Paulus was daarbij een grote aanstichter.
De reis van Paulus wordt nogal nauwkeurig beschreven. De nadruk in de beschrijving ligt op alle gemeenschappen van mensen van de Weg die Paulus onderweg tegenkwam. Die waren al bang voor wat hem zou overkomen, maar het onderstreept nog eens dat hij zeer wel reden had om niet direct een hartelijk welkom in Jeruzalem te verwachten. Bij de gemeente in Tyrus valt op dat de leerlingen daar natuurlijk bij die gemeente horen maar ook de vrouwen en kinderen. Samen nemen ze op het strand afscheid en de vrouwen en ook de kinderen knielen net als de leerlingen op het strand. Je moet soms in de Bijbel tussen de regels doorlezen om te ontdekken dat het niet alleen mannen zijn die volgelingen van de Weg geweest zijn maar ook vrouwen en dus ook zelfs kinderen.
In Caesarea woont een belangrijk bestuurder van de eerste gemeenten, Filippus. Hij was samen met Stephanus een van de mensen die in Jeruzalem gekozen was om de Grieks sprekende weduwen te verzorgen. Geleerden nemen aan dat de zeven diakenen zoals ze daar genoemd worden bestuurders werden van het Griekse deel van de mensen van de Weg, van de mensen die buiten Judea in het Romeinse Rijk woonden en zich aangesloten hadden bij de beweging van de Weg. Dat we Filippus in Caesarea tegenkomen is dus niet zo vreemd want daar is het centrum van het Romeinse bestuur en vandaar lopen de postwegen naar het Romeinse Rijk. Ook bij die Philippus valt het onderscheid tussen mannen en vrouwen weg. Philippus zelf kan nog vertellen over zijn leven met Jezus van Nazareth en zijn vier dochters weten hoe de samenleving er anders uit zou moeten zijn zien, zij zijn de profetessen.
Net als de dochters van Philippus was Agabus een profeet. Hij had al eens de gemeente in Antiochië gewaarschuwd voor een hongersnood die zou komen. Nu waarschuwde hij zeer beeldend Paulus voor wat hem zou overkomen. Maar Paulus wist dat er in de Bijbel vaak staat : “Vreest niet”. Zijn werk voor het stichten van gemeenten in het hele Rijk bracht hem naar Jeruzalem dat was onontkoombaar. En in die Geest gaat hij naar Jeruzalem. Zo blijven wij zeggen wat in onze samenleving gezegd moet worden. De kerken hebben daarvoor de IKON, die bedreigd wordt door de angsthazen voor andere geloven. In de geest van Paulus moeten we dus blijven zeggen wat in onze samenleving in strijd is met het heb uw naaste lief als uzelf en moeten we dus zeker nu de IKON blijven steunen. Gelukkig kunnen we elke dag werken aan een samenleving waar niemand bang hoeft te zijn, we mogen dat ook vandaag weer doen. En zoek op het internet gerust de IKON op en kijk hoe je die kunt steunen.