Handelingen 1:1-14
Vandaag lezen we de inleiding op het Pinksterverhaal. Want daar begint het boek van de Handelingen van de Apostelen mee. Natuurlijk, het staat op naam van Lucas, het wordt opgedragen aan Teofilus en sluit op het eerste gezicht aan op het Evangelie dat op naam van Lucas staat. Maar daar is alles mee gezegd. Dat Evangelie heeft een ander slot dan het begin van het boek van de Handelingen. In het Evangelie verschijnt Jezus aan zijn volgelingen toen deze zaten te luisteren naar het verslag van de twee Emmaüsgangers die een vreemdeling in Jeruzalem hadden ontmoet toen zij onderweg naar huis waren en in deze vreemdeling de Heer hadden herkend toen deze het brood met hen deelde. Jezus van Nazareth had vis met de aanwezigen gegeten, hen meegenomen naar Betanië waar hij werd opgenomen terwijl hij hen zegende. Dat is het slot van het Evangelie.
Het begin van de Handelingen is een ander verhaal. Wie de Bijbel letterlijk wil nemen van kaft tot kaft komt dus met een probleem te zitten. Nu is de Bijbel niet om letterlijk te nemen maar om de boodschap van God duidelijk te maken en dat is een heel stuk belangrijker. Aan het begin van de Handelingen is daarvoor een ander verhaal nodig dan aan het slot van het Evangelie, al kun je het verhaal in het Evangelie ook als een soort samenvatting van dit verhaal lezen. In het Evangelie hebben we kunnen lezen hoe het de boodschap van Jezus van Nazareth van Galilea naar Jeruzalem werd gebracht. In de Handelingen kunnen we lezen hoe die boodschap van Jeruzalem naar Rome is gebracht. Beiden zijn niet een journalistiek verslag of een geschiedenisboek maar een boodschap op zich over hoe wij die boodschap tot aan de einden der aarde gestalte zouden kunnen geven.
Daarom verschijnt Jezus van Nazareth eerst 40 dagen aan zijn volgelingen om met hen te spreken over het Koninkrijk van God. Want daarmee is het na zijn opstanding begonnen. En na 40 dagen is dat spreken over voltooid, dan snappen de dicipelen, de volgelingen waar het om draait, en hebben ze Jezus van Nazareth niet nodig. Dan gaat hij dus naar de Vader, bij het breken van het brood staat er dan. Op de Olijfberg, waar ook zijn lijden was begonnen. Maar eerst nog een sneer naar Zeloten en de dominee in Amerika die het einde van de wereld voorspelde. Met geweld werp je geen maatschappelijk systeem omver en wanneer dat Koninkrijk komt weet niemand, dus zeker die dominee niet.
Waar het in dit verhaal om gaat is dat we moeten beginnen met het vormen van een gemeenschap met al die mensen die een andere wereld willen, een rechtvaardige wereld, een wereld met eerlijke handelsverhoudingen, een wereld waar de mensenrechten niet meer worden geschonden, een wereld waar men zonder angst in vrijheid kan leven. En als we die gemeenschap hebben gevormd dan kunnen we samen die wereld vorm gaan geven, samen met de God van Israël door de Heilige Geest, tot aan de uiteinden der aarde. We kunnen er elke dag opnieuw mee beginnen, ook vandaag weer.