1 Petrus 4:12-19
De vuurproef waar hier over gesproken wordt heeft niet te maken met de brand in Rome onder Keizer Nero die had geleid tot een korte felle vervolging van Christenen. Die vuurproef heeft ook niks te maken met de brandstapels in ons land die in de aanloop naar de 80 jarige oorlog werden opgericht voor gelovigen door afgodendienaars en Heidenen. Een vuurproef zoals in de Bijbel beschreven heeft altijd te maken met goud. Dat goud moet gezuiverd worden door het in het vuur te houden. Dan kun gelijk zien of het wel echt goud is. Zo gaat het ook met gelovigen schrijft de briefschrijver. Denk nu niet dat het mooie leven aanbreekt als je je hart aan Jezus schenkt, integendeel. Je wordt uitgelachen, beschimpt en bespot, als je zaken slecht gingen zullen ze slecht blijven gaan en als je gezondheid te wensen overlaat wordt dat alleen maar erger. Wie lijdt omdat hij of zij Christen is moet daar blij om zijn want er blijkt uit dat God je beschouwd als een gouden onderdeel van de gemeenschap der heiligen.
Een dergelijk briefje zou je dus kunnen schrijven aan vervolgde Christenen uit onze tijd. Niet geweld met geweld beantwoorden, niet kwaad met kwaad vergelden, maar laten zien dat Christenen een ander antwoord hebben op het kwade, namelijk het goede. Juist de gemeenten in de verstrooiing waaraan de brief is gericht kunnen waarmaken wat Abraham al is gezegd namelijk dat alle volken het heil van de God van Israël zullen proeven. Gemeenschappen die de slavernij intern hebben afgeschaft, waar mannen en vrouwen gelijk zijn, waar men probeert dezelfde taal te spreken en de afkomst uit welk land men komt dus niet meer telt, zijn ook nog in de dagen van de Petrusbrief zeer uitzonderlijk. En omdat een groot deel van de economie rust op slavenarbeid zijn er zeer grote belangen die zich verzetten tegen een religie die er op uit is ook slaven als mensen, als broeders en zusters te zien. Een dergelijke religie lijkt meer op een politieke ideologie dan op een godsdienst.
Natuurlijk wordt niet elk lijden goedgepraat. Je moet er zorgen dat je geen moordenaar, dief, misdadiger of onruststoker bent. Geen gewelddadig verzet tegen de overheid, in tegendeel. Juist het goede blijven doen in het licht van het kwade zal mensen tot inzicht moeten brengen. Daarom is hulp alleen voor Christenen ook zo verwerpelijk, niemand ziet dan immers meer hoe Christenen het helpen tot hun belangrijkste religieuze activiteit hebben gemaakt. Natuurlijk worden we er raar op aangekeken als je juist als Christen binnen Amnesty brieven schrijft over Boedistische gewetensgevangenen, radicale moslims of Chinezen met hun eigen partikuliere godsdienst. Maar juist Christenen hebben de opdracht te laten zien dat de liefde van de God van Israël zich uitstrekt over alle mensen op aarde, zonder onderscheid en dat het enige dat ons te doen staat hen daarvan te laten horen. Gelukkig mag dat elke dag weer opnieuw, ook vandaag weer.