1 Petrus 4:1-11
Het is duidelijk dat als je deze passage uit de eerste Petrusbrief leest je het comazuipen moet laten. Kennelijk wordt in de zogenaamde Bijbelbelt maar zelden zo tot de jeugd gepreekt dat ze snappen wat er over hen in de Bijbel staat. Dat komt misschien omdat daar mensen wonen die denken dat alles dat in de Bijbel staat over zelf iets doen voor het Koninkrijk overgeslagen moet worden. Je kunt immers niet gerechtvaardigd worden door wat je in je leven gedaan hebt. Ze lezen de Bijbel alleen in hun voordeel. Ze hebben nooit uit de brief van Jacobus gelezen dat geloof zonder werken een dood geloof is. Het liefhebben van je naaste als jezelf is niet om er zelf beter van te worden, om ergens van gered te worden of zo. Maar je hebt je naaste lief als jezelf omdat je daarmee de God van Israƫl lief hebt boven alles en dan kan je best eens iets fout doen, maar de liefde bedekt tal van zonden.
Het lijkt er op dat gelovigen geen plezier meer mogen maken, niet mogen dansen, niet mogen zingen, niet af en toe een drankje mogen drinken. Maar gelovigen in Jezus van Nazareth hebben eigenlijk veel minder plezier als niet iedereen mee kan doen. Als er nog voedselbanken zijn waar mensen het eten voor hun gezin moeten halen. Als de producenten van de zaken die ze eten of van de kleding die ze aan hebben geen eerlijk loon krijgen. Dat plezier vergaat hen al helemaal als ze de kans om gastvrij te zijn ontnomen wordt. Als mensen die op een andere manier geloven gedisrimineerd worden en als ontkent wordt dat het Evangelie van Jezus van Nazareth er voor bedoeld is om de hele samenleving vorm te geven, een politieke ideologie noemt men zoiets. Er zijn politieke partijen die beweren dat zij er op uit zijn de samenleving vorm te geven volgens het program van de Bijbel. Ze moeten de ogen uit hun kop schamen als ze maatregelen steunen die het hen onmogelijk maken gastvrij te zijn voor mensen die anders geloven als zij.
Ook in onze samenleving wordt kwaad gesproken van mensen die de armsten en de minsten voorop zetten. Die gezond en wel zich verzetten tegen bezuinigingen op de Wajongers. Die gehandicapten in staat willen blijven stellen hun leven zelf vorm te geven door het persoonsgeboden budget. Die gelovigen hechten nog aan een dag in de week waarop we eigenlijk allemaal samen vrij zijn om te laten zien dat we geen slaaf van winst en profijt zijn. Daarover wordt kwaad gesproken door mensen die alleen maar leven voor plezier, winst en profijt en die denken dat het dienen van de goden van winst en profijt het geluk van alle mensen zal brengen. Willen we laten zien dat het anders kan dan zullen we ook anders moeten handelen, dan moeten we zonder klagen gastvrij zijn, dan moeten we ook de armsten betrekken bij het plezier dat het leven biedt. Gelukkig kan dat elke dag weer opnieuw, ook vandaag.