Genesis 4:17-26
Als je je afvraagt hoe het zo geworden is dat de aarde vol mensen is dan moet je je realiseren dat alle mensen van andere mensen afstammen. Nu Kaïn niet het prototype is van de mensen op aarde, wat Adam en Eva nog wel waren, is Kaïn ook niet meer de enige mens op aarde. De Bijbel is namelijk nog steeds geen geschiedenis boek, of een wetenschappelijke verhandeling, of een journalistiek verslag maar een boek over de God van Israël en hoe een volk daarin kan geloven. Nu geloven kun je in die God van Israël want zelfs als je je broer de hersens ingeslagen hebt dan nog kun je een lange lijn van belangrijke nakomelingen krijgen. En heeft je familie weet van een oud geslacht, laat je er niet op voorstaan want de stamvader kan net zo goed een broedermoordenaar zijn.
Je moet zoiets snappen zegt de Bijbel. Daarom heet de eerste zoon van Kaïn Henoch, dat ingewijde betekent, en bouwde Kaïn daar een stad voor die hij de stad van ingewijden noemde. De zoon van Henoch heet dan ook stad, de betekenis van Irad. Denk nu ook niet dat uit zo’n broedermoordenaar geen cultuur kan voortkomen. Jubal de vader van de muzikanten kwam er uit voort, al menen comentatoren dat we eerder aan musici als die uit Roemenië op de hoeken van onze straten moeten denken dan aan de leden van het Concertgebouworkest. Maar ja, Kaïn hield nu eenmaal ondanks de bescherming van God een slechte naam in de wereld.
In de namen die genoemd worden in het gedeelte dat we vandaag lezen horen taalgeleerden vaak namen van stammen die in Kanaaän gewoond hebben in de tijd dat daar het volk Israël ontstond, de tijd na de intocht in het beloofde land zeg maar. Die stammen, die niet wilden delen met hun broeders die ontsnapt waren uit Egypte waren dus afstammelingen van Kaïn. Dat verhaal loopt dan ook niet voor niets uit op Lamech die zich niet zevenmaal maar zevenenzeventig maal gewroken wil zien. En wie de Heidense poëzie kent uit de tijd dat Israël in ballingschap ging herkent direct de poëzie van een van de buurvolken van Israël die een voorkeur hadden voor het getal zevenenzeventig.
Maar de Bijbel vertelt ook dat het verhaal niet eindigt bij Kaïn de broedermoordenaar. Eva krijgt nog een zoon, een die in de plaats komt van Abel. En met die zoon begint een nieuw verhaal, een verhaal van de mensen met de God van Israël. Want in de dagen van de zoon van Set, Enos, begon de geschiedenis van het volk met de God van Israël, toen begon men de naam van de Heer aan te roepen. In die geschiedenis mogen wij meedoen, want van wie wij afstammen is niet belangrijk. Lang niet alle mensen stammen volgens de Bijbel van Adam en Eva af, dat zouden de mensen wel willen. Maar meedoen in het verhaal van de God van Israël met de mensen kunnen we wel allemaal, door af te zien van geweld en recht en gerechtigheid te betrachten, dat kan best, ook vandaag, ook in geweldadige omstandigheden, door iedereen.