2 Korintiërs 13:1-13
Soms zijn het van die kleine zinnetjes die ons duidelijk maken wat er eigenlijk bedoeld wordt. In de Griekse denkwereld waar de gemeente van Korinthe middenin leefde was een van de belangrijkste spreuken het “Ken Uzelf”. Dat stond op de Tempel van het Orakel van Delphi. Als je jezelf goed kende dan kon je de juiste vragen stellen aan het Orakel en de orakelspreuken ook juist uitleggen. Volgens Paulus heb je dus helemaal zo’n orakel helemaal niet nodig. Je kunt bij jezelf nagaan of je leeft uit Jezus van Nazareth, de bevrijder, de Christus. Bij jezelf kun je nagaan of je voortdurend oog heb voor de minsten, de zwaksten in de wereld. Of je je naaste lief hebt als jezelf, of je een ander niet gebruikt als object om je eigen lusten te bevredigen. Als we dat doen gaat de wereld veranderen. Dat is de boodschap die Paulus kwam brengen.
Maar is die boodschap waar? Wie is die Paulus dan? Dat waren de twijfels die bij de gemeente in Korinthe gezaaid waren. Paulus grijpt terug op de Joodse Wet. Als er twee getuigen hetzelfde zeggen moet je aannemen dat het waar is. Nu Paulus heeft er straks als hij opnieuw komt al drie keer van getuigd. En hij niet alleen want ook zijn medewerkers konden er van getuigen. Zoals hij het zegt is het dus waar, daar gaat de gemeente van Christus over. Nu zegt hij het niet voor zichzelf, zo vervolgt hij. Het goede doen, ja het kwade bestrijden door het goede te doen, dat propageer je om het kwade te bestrijden, daar wordt je zelf niet meer beter van dan dat je merkt dat er minder kwaad in de wereld is. Je wordt er niet rijker van, niet machtiger, niet gezonder, niet fitter, niet mooier.
Ook in onze dagen merken we voortdurend dat we samen toch te weinig oog hebben voor mensen die vereenzamen, die zich terugtrekken in zichzelf, die onvoldoende mogelijkheden hebben om echt contact te maken met anderen. Een vrolijk goede morgen en goede avond is het meeste dat ze kunnen opbrengen. Maar op het werk is er geen belangstelling voor hun passies, hun angsten, hun vreugde en hun verdriet. En dat gebrek aan belangstelling kan op allerlei manieren tot ellende lijden, voor henzelf, maar ook voor anderen. Pas als er mensen zijn die geen genoegen nemen met nietszeggende antwoorden kan de eenzaamheid en de contactarmoede worden doorbroken.
Dan wordt het oppervlakkig goede avond tot de wens zoals Paulus die hier formuleert dat alles wat fout is gegaan vergeven mag worden door de genade die de liefde van Christus met zich draagt, dat die liefde van God je ook mag vergezellen dat de ander ook zelf de mensen om zich heen mag bezien in de geest van de God van Israël. Zo mogen ook wij elke dag weer leven en werken, ook vandaag weer.