2 Korintiërs 4:1-15
Het lijkt er op het eerste gezicht op dat Paulus ook in het gedeelte dat we vandaag lezen zichzelf verdedigt. Maar zo is het niet. Paulus stelt zichzelf als voorbeeld. Alles heeft hij opgegeven om het Evangelie te verkondigen. De blijde boodschap van de bevrijding uit de slavernij. Een carrière heeft hij niet, belangrijke posten in de gemeenten die hij heeft helpen stichten heeft hij afgewezen, nog lang niet iedereen op aarde heeft de boodschap gehoord. Niet iedereen wil de boodschap ook begrijpen. Mensen die zich onder de godheid van de wereld willen scharen begrijpen er niks van. Waarom willen mensen toch bevrijd worden van de slavernij van winst en profijt? Waarom toch vrij van de 24 uurs economie? Waarom een heel volk vrij maken en een dag in de week alles laten rusten, alle winkels sluiten en iedereen vrij geven? Wie ook in onze dagen naar de wereld kijkt snapt er niks van, wie naar het Koninkrijk kijkt wordt alleen al bij de gedachte aan die gezamelijke bevrijding warm van binnen. Zo kiest Paulus, die de boodschap in de wereld brengt, voor de afwijzing en het doodzwijgen, zodat wij die de boodschap horen en aanvaarden voor het leven in vrijheid kunnen kiezen. Maar denk nu niet dat Paulus vindt dat hij de bedreigingen van buiten uit eigen kracht kan doorstaan. Hij is onder druk gezet, maar niet in het nauw gedreven, hij was om raad verlegen maar niet radeloos, hij was vervolgd maar niet in de steek gelaten, op de grond geworpen maar niet verloren. De kracht van Paulus komt van buiten, van zijn Schepper. Paulus valt terug op een beeld dat we ook bij de profeten tegenkomen. De mens is uit aarde gemaakt zoals een pottenbakker een aarden pot maakt. Breekbaar en zwak, maar gevuld en sterk door de adem van de God van Israël zelf. Die adem als Geest van God gebruiken maakt je onoverwinnelijk. Elk mens is zo geschapen en mensen zijn broeders en zusters van elkaar. Ook dat zie je pas als je toetreedt tot de gemeente van Christus. Daar vallen alle verschillen uit de ons omringende samenleving weg. Daar zijn geen allochtonen en autochtonen, geen mannen en vrouwen, geen jongeren en ouderen, geen rijken en armen en voor Paulus waren daar geen slaven en vrijen, voor ons geen heren en knechten. Onbestaanbaar in onze samenleving dat een politieke beweging geen politiek leider zou hebben. Voor Paulus was de gemeenschap van Christenen onbestaanbaar met zo’n leider omdat alleen de Christus, de bevrijder, de Messias, Jezus van Nazareth die leider zou kunnen zijn. Die schat bewaren en doorgeven is waar het op aan komt. Ook wij zijn aarden vaten die de schat bewaren, ook wij hoeven niet op eigen kracht de schat door te geven en anderen er voor warm laten lopen. Ook wij hebben de adem van God zelf en mogen elke morgen weer de nieuwe kracht ervaren die ons op de Weg zet die Jezus van Nazareth ons gewezen heeft, ook vandaag mogen we daar mee op weg gaan.