Romeinen 16:1-16
Een lange lijst met mensen uit de gemeente in Rome die de groeten moeten hebben van Paulus. Is dat nu een Bijbelse boodschap? Is dit nu het woord van God? Dat je de groeten moet hebben? Om te beginnen leren we er van dat we binnen de gemeente van Jezus van Nazareth om elkaar moeten denken. Verder is die brief aan de Romeinen niet aan een uitverkoren klasse van mensen gericht maar aan gewone mensen die Paulus ontmoet had, waar hij van gehoord had of die hij speciaal wilde aanbevelen op grond van hun werk en belang voor de gemeente. Dat begint al met zuster Febe. In de Nieuwe Bijbelvertaling is ze in dienst van een gemeente, maar volgens alle andere vertalingen was ze ambsdraagster, diacones, een collega van Stephanus. In de Naardense Bijbel is dat correct vertaald. In die hele lijst die Paulus groet staan overigens opvallend veel vrouwen, zo belangrijk zijn ze en in de dagen van Paulus vervulden ze dus kennelijk ook gewoon kerkelijke ambten, waar mannen ze later van uitgesloten hebben. Die Febe was niet onbelangrijk volgens het verhaal van de Handelingen. Kenchrea was een havenstad waar Paulus doorheen was getrokken en zijn hoofd had laten kaalscheren op grond van een gelofte. Febe was dus ook getuige van de betrouwbaarheid van Paulus, als hij een belofte deed dan hield hij die ook. Prisca en Aquila had hij vlak daarvoor in Korinthe ontmoet. Zij waren uit Rome verdreven op een Keizerlijk bevel. We hadden al eerder gezien dat Paulus de brief aan de Romeinen heeft geschreven toen de verdreven Joden en Joodse Christenen weer naar Rome hadden mogen terugkeren. Daar hoorden dus ook Prisca en Aquila kennelijk bij. Het gaat te ver om de hele lijst hier te behandelen, we weten ook niet van iedereen wat mee te delen, Maar duidelijk is dat het hier gaat om Joden en Heidenen, mannen en vrouwen, slaven en vrijen, armen en rijken, Grieken en Romeinen, kortom een dwarsdoorsnede uit de gemeente zoals Paulus overal in het Romeinse Rijk gemeenten had gesticht. In die Christelijke gemeenten waren de etiketten waar wij zo graag onderscheid mee maken verdwenen. Het waren broeders en zusters in Christus en onderscheid werd er niet gemaakt. Natuurlijk de een kon iets anders dan de ander, elk had eigen unieke eigenschappen. Maar Paulus had ze vergeleken met een lichaam. Daar kon de hand ook iets anders dan de voet maar zonder de hand was de voet niks en zonder voet de hand niet. Handicaps moeten altijd gecompenseerd worden en herinneren ons aan de gewenste eenheid tussen mensen met verschillende eigenschappen. Zo is een op het oog saaie lijst met onbekende namen ineens een les geworden waar we ook vandaag uit mogen leven. Samen het goede doen, samen gebruik maken van elkaars verschillende kwaliteiten, want samen aan de nieuwe wereld van God bouwen mogen we elke dag, ook vandaag weer.