Romeinen 16:17-27
De geleerden zijn het er overeens dat de brief van Paulus aan de Romeinen ook echt van Paulus is. Toch mag je je afvragen wie dan toch die Tertius is. Want die staat toch genoemd als hebbende de brief opgeschreven. En in de dagen van Paulus was het de gewoonte om diepzinnige brieven of tractaten te publiceren en te verspreiden onder de naam van beroemde mensen. Er zijn ook brieven bekend die eerst toegeschreven werden aan Paulus maar later niet meer. Er zijn ook Evangelieën bekend die niet in de Bijbel staan maar die veel later zijn geschreven in de hoop dat ze in de Bijbel zouden worden opgenomen. Je moet daarom met Bijbelboeken redelijk voorzichtig zijn om ze als zodanig te erkennen en ze toe te schrijven aan iemand naar wie ze genoemd zijn. Maar Tertius wordt door de geleerden die hier lang en intensief op hebben gestudeerd beschouwd als een secretaris. Jesaja had ook een secretaris en Paulus had er verschillende. Je leest al dat er een gezelschap was dat Paulus omringde en hem hielp. Dat gezelschap was groter dan in het boek van de Handelingen soms wordt genoemd. Ook in dit laatste gedeelte van deze brief aan de Romeinen kun je zien dat de boodschap belangrijker is dan de personen die de boodschap verspreiden. Terloops wordt iemand als Erastus vermeld die de gelden van de stad Efeze beheert, dat moet een belangrijk bestuurder zijn geweest. Maar extra belangrijk is hij dus niet. Dat zou voor ons ook zo moeten zijn. Wie er zorgt dat alle volken zich houden aan het gebod van heb Uw naaste lief als Uzelf is niet zo belangrijk. Ieder van ons kan zorgen dat in eigen omgeving de kiem daarvoor wordt gelegd, samen kunnen we er voor zorgen dat het een beweging wordt en sommigen van ons worden geroepen om een functie te bekleden waarbij ook de leiders van ons volk of van volken daarop kunnen worden aangespoken. De laatste paar verzen van deze brief zijn overigens bij het overschrijven later nog wel eens in het ongerede geraakt. Soms wordt aangenomen dat de brief eigenlijk stopt bij vers 24, een vers dat al niet meer in alle handschriften voorkomt. De verzen die daarna komen staan dan in hoofdstuk 14 of hoofdstuk 15. Zoals ze hier vertaald en geplaatst zijn is het meest veilige en wordt door geleerden als het meest verantwoorde aangenomen. Erg belangrijk is het niet. Voor ons argeloze lezers van vertalingen van de Bijbel in het Nederlands gaat het er om te handelen met de boodschap. Voor ons klinkt het dus als heb Uw naaste lief als Uzelf, laat iedereen daaraan meedoen en zet dat in de gemeenschap voorop, ook voor anders denkenden en anders gelovigen. Pas als iedereen ontdekt dat het gaat om de zwaksten de minsten zal men gegrepen worden door de boodschap van Jezus van Nazareth en de God van Israël. Daar mogen we elke dag weer aan werken, ook vandaag weer.