Romeinen 15:14-33
In de brieven van Paulus kom je soms van die zeer persoonlijke stukjes tegen. Ze lijken dan ook op historische verhalen. Vaak zijn ze echter in de geschreven geschiedenis niet te plaatsen. Ook kloppen ze niet altijd met op historische feiten lijkende gedeelten uit andere bijbelboeken. Vandaag lezen we weer zo’n stukje. Dat Paulus ooit in Spanje is geweest weten we niet. Vele geleerden nemen het aan maar het staat in elk geval niet in de Bijbel, wel dat hij er heen wilde. En in het boek Handelingen lezen we dat hij in Rome gevangen heeft gezeten. Duidelijk is wel dat toen hij de brief aan de Romeinen schreef hij nog niet in Rome was geweest. Dit soort persoonlijke stukjes bepalen ons wel bij het feit dat de brief geschreven is door een mens met een opvoeding, een achtergrond en een eigen geschiedenis. Die mens Paulus sprak een taal die wij niet meer verstaan. Hij woonde in een Keizerrijk waar wij slechts na veel studie een heel klein beetje van kunnen gaan begrijpen. Het is dan ook heel gevaarlijk om kleine stukjes tekst uit de brief te isoleren en dan de wereld in te slingeren als “het Woord van God” meestal zijn de kleine stukjes tekst die je zo leest de boodschap van degene die ze uit de brief heeft geïsoleerd en zeggen ze meer van die mens dan van de Bijbelse boodschap. Belangrijk is de algemene boodschap. Die wordt vandaag verwoord in zinnen als “de heidenen tot gehoorzaamheid brengen” en van hen “een God welgevallig offer” maken. Als je vandaag zou zeggen dat je een volk tot gehoorzaamheid wil brengen dan wordt je gelijk gevraagd welk leger je daarvoor klaar hebt, of welke populistische strategie je wil hanteren om ze jou tot hun leider te laten kiezen. Bij Paulus gaat het om heel andere dingen. De gehoorzaamheid is de gehoorzaamheid aan het gebod je naaste lief te hebben als zichzelf. En daar waar alle eigenbelang in dat gebod over boord gezet wordt offer je jezelf als het ware op, een offer aan de God van Israël gebracht. Niet wat jouw belang is telt voortaan maar het belang van de God van Israël die dat belang laat uitkomen in dat wat er met de minsten van de mensen gebeurd. Daar heeft Paulus het over en daar heeft hij zich voor ingezet. Dat er dan gemeenten ontstaan, mensen te hoop lopen om zich met dat liefdesgebod bezig te houden is een wonder. Vooral als je ziet dat slaven en slavenhouders, rijken en armen, allochtonen en autochtonen, mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, elkaar als gelijken gaan zien en elkaar wederzijds steunen en tot bloei proberen te brengen. Dat is het wonder dat van Paulus wordt beschreven maar dat ook wij tot stand mogen brengen. Een wonder waar we elke dag opnieuw toe worden opgeroepen, ook vandaag weer.