De rijken van de stad zijn een en al geweld

Micha  6:9-16
 
Het hoort er bij, rijken moet je nooit vertrouwen. Wie eerlijk en rechtvaardig is wordt niet rijk. Die deelt op tijd. Armoede is geen ideaal maar rijkdom zonder daarvan te delen, terwijl er nog armen zijn is verwerpelijk. Dat was in de tijd van Micha niet anders dan nu. Ook nu moeten we veel belasting bijeen brengen voor het ijkwezen, anders gaan de ondernemers op de loop met valse maten en gewichten, ook nu moet er toezicht zijn op arbeidsomstandigheden, op concurentieverhoudingen op veiligheidsvoorschriften en noem maar op. Al dat toezicht kost geld en al dat toezicht moeten we betalen. Als we dat niet doen weten we zeker dat de armsten, de zwaksten, in onze samenleving daarvan het slachtoffer worden. En natuurlijk klagen de rijken over de vele regels die nodig zijn om hen in toom te houden, over de vele regels om de armen recht te verschaffen. Ze wijzen dan op koningen en regeerders van landen waar ze die regels niet kennen en waar het met de rijken beter gaat. Dat de armen dan nog armer worden ontgaat ze, ze zien ze niet en ze horen ze niet. Ook hier klagen de rijken dat het slecht zal gaan als zij niet nog rijker worden. De voorzitter van de werkgevers zat laatst nog te klagen in een TV programma over het feit dat de vakbonden echte loonmatiging afwijzen, dat het bouwen van plutoniumfabrieken niet mag en dat werkgevers hun werknemers niet naar eigen welgevallen kunnen aannemen en ontslaan. Daar moet toch wat aan gedaan worden. Dat de arbeiders het geld hebben verdiend voor de rijken ontgaat hem. Dat er wat gedaan zou moeten worden aan de exorbitante zelfverrijking in de top van het bedrijfsleven zodat er een rechtvaardiger inkomensverdeling kan ontstaan wijst hij af. Dat we niet de behoefte aan energie van vandaag moeten afwentelen op onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen en hen moeten opzadelen met een giftig afval waarbij het polonium uit Rusland een onschuldig medicijn lijkt komt niet  bij hem op. Het blijven wijzen op oneerlijke en onrechtvaardige inkomens en bezitsverhoudingen is niet iets van de filosoof Marx uit de negentiende eeuw, maar eeuwen voor de geboorte van Jezus van Nazareth en het begin van onze jaartelling hadden woestijnbewoners  een wet opgeschreven waar het  al in staat en vervolgens werd dat verhaal wakker gehouden door een eindeloze stroom profeten en gelovigen. De Wet van het hebt Uw naaste lief als Uzelf. Die wet die later zou worden verduidelijkt tot het advies een mantel te geven aan iemand die geen mantel heeft als je er zelf twee bezit. Die Wet staat tot dag van vandaag, en dat zal doorgaan tot de dag dat het onrecht verdwijnt. In onze samenleving gaan de rijken nog niet eens akkoord met een aftopping van inkomen tot twee maal het loon van de minister-president. We hebben dus nog heel wat te doen voor de samenleving waar Micha toe oproept er is. Maar we mogen er elke dag opnieuw aan werken, ook vandaag weer.

Plaats een reactie