U hebt hen geplant

Jeremia 12:1-6

Goed lezen dit Bijbelgedeelte. Gemakkelijk praten we over boosdoeners, de georganiseerde criminaliteit. En je denkt dan dat die hier veroordeeld worden. Hoe kan het dat die boeven waar we zo vaak over lezen en horen toch in weelde kunnen leven terwijl gewone mensen moeten sappelen om rond te komen. Maar het gaat in dit gedeelte niet om de georganiseerde criminaliteit. Het gaat om mensen die de mond vol van de God van Israël hebben. Die geen twee woorden kunnen zeggen of er komt weer een Bijbeltekst. Mensen die iedereen de maat nemen en kijken of ze wel voldoen aan wat zij in de Bijbel als eisen van God lezen. Mensen die zich het oordeel aanmeten dat God toekomt. Want zulke mensen dragen de wet op hun tong maar niet in hun hart. Voor de profeet geeft dit een probleem. Want ook hij heeft de mond vol van de God van Israël. Ook hij heeft de Wet op de tong, want hij moet immers die Wet in alle steden van Juda nog eens verkondigen. Je kunt natuurlijk zien wat er gebeurd als mensen wel de mond vol hebben van de Wet van God maar in de praktijk zich afkeren van de meest eenvoudige beginselen. Dan wordt het land onvruchtbaar voor de armen, dan kunnen de zwakken en de weerlozen er niet meer leven. Dan wordt de ene groep tegen de andere opgezet. Vee en vogels zijn als dood. Dat alles door de wandaden van de bewoners van het land. Moeten we die wandaden nog opsommen? Moeten we nog horen van mensen die rijken belangrijker vinden dan armen? Die de uitkeringen korten en de subsidie aan het wonen van rijken buiten bespreking laten? Die zelf geen haatzaaien maar dankbaar gebruik maken van de haatzaaiers om de macht te kunnen grijpen ten koste van de armen? We zien de wandaden om ons heen, het nalopen van de goden van winst en profijt, de valse goden die beloven dat de markt iedereen zal voeden en niet willen vertrouwen op het delen dat daarvoor nodig is. Een eenvoudige gelovige zoals Jeremia kan hier niet tegenop. En als zelfs een profeet als Jeremia niet meer wordt gehoord dan trekt de God van Israël zijn handen van zijn volk af. Want zelfs je eigen familie zal je verlaten. Gelovigen die in de naam van de God van Israël, in navolging van Jezus van Nazareth, in ons land vreemdelingen als gelijken willen beschouwen, zieken en gehandicapten een plaats willen geven in de samenleving, eerlijk willen delen met verre en nabije naasten, die de hongerigen willen voeden en de naakten willen kleden, voelen zich ook bespot door hen die zich Christen Democraten noemen en de illusie wekken dat ze in hetzelfde geloof staan, het zijn je broers en zusters die je naschreeuwen. Ze doen zich o zo vriendelijk voor, met prachtige woorden en fraai taalgebruik. Maar ze horen er niet bij als het gaat om het heb Uw naaste lief als Uzelf. Pas als je zelf daar je leven op instelt dan zul je het zien, ook vandaag weer, maar ook vandaag weer mag je het tegendeel doen van hen de Wet niet in hun hart hebben, God liefhebben en je naaste.

Plaats een reactie