Exodus 6:13-27
Wie waren die Mozes en Aäron wel niet helemaal dat zij namens het hele volk Israël de vrijheid gingen vragen bij de Farao van Egypte? Die vraag zal in hun dagen ook wel gesteld zijn. Die Mozes kon dat volk immers nauwelijks verstaan. Hij sprak beter Egyptisch dan Hebreeuws. Hij gedroeg zich als een Egyptische prins en wie zich nog het verleden kon herinneren kende hem ook nog als Egyptische prins. Er ging dan nog wel ergens een gerucht dat hij ooit voor slaven zou zijn opgekomen maar dat zou ook uitgelopen zijn op moord en doodslag, daar wordt zo’n volk niet beter van. Dat was ook wel gebleken omdat het werk sinds het optreden van die Mozes en Aäron een stuk zwaarder was geworden. Hoorden die twee er eigenlijk wel bij? Om die vraag te beantwoorden kijken de Joden al eeuwenlang naar geslachtsregisters en ook op deze plaats staat zo’n geslachtsregister in het verhaal over de bevrijding van Israël uit de slavernij in Egypte. Dit is de enige plaats overigens en dat geslachtsregister gaat ook geen naam verder dan nodig is voor het verhaal. Niet verder dan nodig is om te vertellen dat Aäron de oudere broer van Mozes is, volle broers zijn het, die Aäron is drie jaar ouder dan Mozes, een echte oudere broer dus want drie staat nooit ergens in de Bijbel zomaar. Waarom die zonden van Aäron er dan ook bij staan? Aäron zou de eerste priester van de God van Israël worden en van hem zouden de priestergeslachten van de Tempel in Jeruzalem afstammen. Dan is het mooi om telkens weer te horen voorlezen dat op de vraag wie die Mozes en Aäron nu wel niet waren het antwoord is dat het jouw voorvaderen zijn. Maar er staat nog een bijzondere opmerking in dit geslachtsregister. Een opmerking die je ook kunt tegenkomen in het boek Genesis. Dat gaat over Saul de zoon van Simeon en een Kanaänitische. Die vrouw blijft ongenoemd maar wordt toch apart vermeld. Daar moet dus iets achter zitten. Iets wat de kenners van de eerste boeken van de Bijbel direct herkent zouden hebben en op deze manier gezegd toch geen afbreuk zou doen aan het deftige karakter van de Tempel en de priestergeslachten. Als je bij de rabijnen te rade gaat kun je lezen dat zij aannemen dat het gaat om Dina de dochter van Jakob en Lea. Volgens een verhaal in het boek Genesis zou zij zijn verkracht door een Kanaaäniet. Simeon was één van de broers die daar vreselijk wraak voor nam maar kennelijk ook zijn zuster heeft gehuwd en haar kind in zijn gezin heeft opgenomen. Hier staat dus eigenlijk ook de boodschap dat binnen dit volk de families elkaar niet in de steek laten, zo schrijven zij hun geslachtsregister en zo mogen zij dat ook lezen. Dat de zonen van Levi een sterk geslacht vormen springt er voor ons uit, ze werden oud of nog ouder. Maar oud betekent hier ook wijs en zeer gerespecteerd. Uit zulke oude eerbiedwaardige families stammen Aäron en Mozes. Dat mocht nog wel eens gezegd worden, dat moest ook naar het volk zelf nog wel eens gezegd worden. Die bevrijding uit Egypte was niet zomaar iets, de mensen die dat in gang hadden gezet waren niet zomaar mensen, ze hadden een opdracht van de God van Israël. Het was geen wilde aktie, in groepen geordend wilden ze vertrekken. Bevrijding van de armen is dus ook voor ons geen wilde aktie, daar is overleg voor nodig, daar is volharding voor nodig, daar zullen we met velen samen aan moeten zien te werken. Dan komt de dag dat het zal gebeuren, zeker als we er ook vandaag weer aan werken.