Verzamelen!

Jeremia 1:4-12

4 Laat je besnijden voor de HEER, ontdoe je van de voorhuid van je hart, inwoners van Juda en Jeruzalem. Anders slaat zijn toorn uit als een vuur, een brand die niet te blussen is, vanwege jullie kwalijke praktijken. 5 Maak bekend in Juda, laat horen in Jeruzalem, beveel: “Blaas de ramshoorn in het land!” Roep luid: “Verzamelen! Verschans je in je vestingsteden. 6 Wijs met de strijdvaan naar Sion! Vlucht, blijf niet staan!” Want Ik breng onheil uit het noorden, en grote rampspoed! 7 Zoals een leeuw uit het struikgewas springt, zo doemt een vernietiger van volken op, rukt de vijand op uit zijn gebied. Hij maakt je land tot een woestenij. Je steden vallen in puin, worden ontvolkt. 8 Hul je daarom in het zwart, weeklaag, barst uit in jammerklachten. Onstuitbaar is de brandende toorn van de HEER. 9 Op die dag-spreekt de HEER – ontzinkt de koning en de leiders alle moed. De priesters zijn ontzet, de profeten verbijsterd.’ 10 Ik zei: ‘HEER, mijn God, U hebt Jeruzalem en dit volk misleid: wij zouden in vrede leven, toch staat het zwaard ons op de keel!’ 11 ‘Dan zeg Ik Juda en Jeruzalem: Vanuit de kale heuvels in de woestijn waait een verzengende wind naar mijn volk. Geen wind om het koren te wannen, 12 Ik stuur een woeste wind. Nu, ja nú vel Ik mijn oordeel over hen. (NBV21)

Jeremia is vaak de profeet van de wanhoop. Hij gelooft rotsvast in de God van Israël die het volk had uitgekozen en zou beschermen maar hij ziet voortdurend het tegendeel. Hij ziet ook dat het volk de weg van de God van Israël heeft verlaten. Dat de leer van Mozes eigenlijk niet meer wordt onderwezen. Dat de offers in de Tempel eerder zijn om de God van Israël om te kopen dan om te laten zien hoe het volk willen delen, met aandacht voor de minsten in de samenleving. Het lijkt er op dat het volk van Israël eigenlijk helemaal niet meer bij dat volk willen horen. Jongens worden niet meer besneden en de reinheid van vrouwen wordt verwaarloosd. Daarom de oproep om je weer te laten besnijden. Dat kan als jongetje maar Abraham en Mozes werden op latere leeftijd besneden. Zonder die besnijdenis blijft er geen volk Israël over en heeft straks ook die God geen volk meer dat hem eer bewijst. Het is alsof die God niet bij dat volk hoort, zoals een reiziger wel te gast is en mee mag eten en mag blijven slapen maar dan weer verder reist omdat hij er niet bij hoort.

Het antwoord van de God van Israël is dat het volk zelf afgedwaald is van de God van Israël, niet God laat het volk in de steek, het volk laat die God in de steek, heeft die God al lang geleden in de steek gelaten door andere goden achterna te lopen. Ophouden met het recht doen aan de weduwe en de wees heeft gevolgen. De goden van vruchtbaarheid en voorspoed voorrang geven boven de God van Israël, van delen met de zwaksten en de minsten, is lang nadien nog te merken. En ook wij mogen ons daar zorgen over gaan maken. Talloze gehandicapten die afhankelijk zijn van een beschermde werkomgeving zijn op straat komen te staan. Ze zullen ons als een molensteen om onze hals gaan hangen. Het miljard dat bezuinigd wordt op ontwikkelingssamenwerking zal niet alleen voor ontelbare hongerdoden gaan zorgen het zal zich ook tegen ons keren. Het zal een voedingsbodem worden voor haat en wrok.

Jonge mensen zullen zich genoodzaakt zien van onze rijkdom te komen halen als wij hen geen toekomst willen geven en niet willen delen. Dat zijn geen dreigingen, zo gaan die zaken. In ons eigen land zijn Oost Groningen en Limburg leeggelopen omdat wij het werk en de rijkdom eenzijdig concentreren in de Randstad. Zo zal het ook gaan met arme delen van Europa en met Afrika. Nu zijn de eerste sporen ervan al te merken. Maar net als het volk van Jeremia dat doof bleef voor de waarschuwingen toen het nog kon, blijven ook onze bestuurders doof en gedogen ze slechts dat de ene groep in de samenleving opgehitst wordt tegen de andere. Ze stellen ondertussen wel de woonsubsidie voor de rijken veilig. Alleen samen met mensen die ook geloven in de wereld zonder honger en geweld kan dat tij gekeerd worden. Dan moeten allen opstaan en stem geven aan de armen en aan het werk gaan voor dat Koninkrijk van de God van Israël, vandaag kan het nog.

Plaats een reactie