Jeremia 14:11-16
11 De HEER zei tegen mij: ‘Bid niet voor het welzijn van dit volk. 12 Ook al vasten ze, Ik zal niet naar hun smeekbeden luisteren. Ook al brengen ze brandoffers en graanoffers, die zullen Mij niet behagen. Ik zal hen vernietigen met het zwaard, de honger en de pest.’ 13 Ik zei: ‘Ach HEER, mijn God, hun profeten verkondigen: “Het zwaard zal jullie bespaard blijven en jullie zullen geen honger lijden; Ik schenk jullie blijvende vrede in dit land.”’ 14 De HEER antwoordde: ‘Die profeten verkondigen leugens, en dat in mijn naam. Ik heb hen niet gezonden, hun niets opgedragen, niet tot hen gesproken. De visioenen die ze profeteren zijn leugens, waarzeggerij, holle woorden en eigen verzinsels. 15 Daarom-dit zegt de HEER over de profeten die Ik niet gezonden heb, maar die in mijn naam profeteren dat dit land niet door het zwaard en de honger zal worden getroffen: Zij zullen zelf door het zwaard en de honger omkomen. 16 En de straten van Jeruzalem zullen bezaaid liggen met de lijken van hun toehoorders, geveld door de honger en het zwaard. Er zal niemand zijn die hen en hun vrouwen, zonen en dochters begraaft. Zo stort Ik hun eigen kwaad over hen uit. (NBV21)
We zijn aan het vasten. Iedereen heeft gisteren een askruisje gehaald en nu 40 dagen volhouden. Dat askruisje wordt ook door Protestanten tegenwoordig gehaald. Veel meer conservatieve protestanten willen in deze dagen terug naar de Rooms Katholieke kerk. Maar het Oecumenisch leesrooster dat we hier volgen begint met de mededeling dat je voor al die mensen die vasten niet hoeft te bidden want God zal ze verdelgen. Dat komt omdat er rond dat vasten nogal wat leugens worden verteld. In de eerste plaats dat askruisje, het is als reclame, ik vast dus weet ik hoe het hoort. Als we allemaal vasten breekt de vrede uit. Dan wordt er recht gedaan. Niets is minder waar. Jezus zou veel later eens zeggen dat je je rechterhand niet moet laten weten wat je linkerhand doet. Een andere profeet uit de tijd van Jeremia hield het volk voor dat niet de offers telden maar de gerechtigheid.
Het volk had de ellende over zichzelf afgeroepen. Jeremia probeert nog een keer om het voor zijn volk op te nemen. Al die arme mensen konden er toch niks aan doen dat ze zo verkeerd deden want er waren profeten die in de naam van de God van Israël vertelden dat het goed ging met het volk als ze maar bondgenootschappen met grootmachten sloten en zorgden dat ze die grootmachten naar de mond praatten. Op eenzelfde manier wordt ook ons volk voor de gek gehouden. Maar net zoals het volk van Jeremia zich niet achter de valse profeten konden verschuilen kan ook ons volk zich niet verschuilen achter de profeten voor een sterker Nederland. Ze willen iedereen tevreden stellen. Het geld dat we met z’n allen verdienen en waarvoor we voorzieningen bij de overheid inkopen moet rollen. Alle wensen voor hogere lonen, lagere prijzen en stevige pensioenen moeten worden ingewilligd. Dat gaat dus niet. We zijn wel een rijk land maar ook hier groeien de bomen niet tot aan de hemel.
Iedereen weet dat Nederland zwakker wordt als het niet deelt. Iedereen weet dat het volk zwakker wordt als het de verschillen tussen de allerarmsten en de allerrijksten niet kleiner maakt maar jaar op jaar groter laat worden. Dat is het gevolg van het inwilligen van alle wensen en als wij ook niet willen delen met de allerarmsten komen meer mensen het hier delen en valt de export verder stil. Het volk van Jeremia werd bedreigd door oorlog en geweld, de straten zouden bezaaid worden met lijken, het bloed zou door de straten van Jeruzalem vloeien. In onze dagen is het misschien niet een openlijke oorlog die ons direct te wachten staat. Misschien dat het aantal terroristische aanslagen kan toenemen door het voortdurend haat zaaien waar niet tegen wordt opgetreden, maar ook die aanslagen zijn niet te vergelijken met een oorlog. Wel hebben we oorlogen in de buurt die zomaar kunnen overslaan naar ons eigen gebied. Jeremia leert ons als geen ander dat grootmachten niet te vertrouwen zijn. Gerechtigheid moet daarom bij de vasten bovenaan staan. Niet alleen deze 40 dagen om het te oefenen, maar daarna voor altijd.