Nehemia 7:61-72a
61-62 Verder nog zij die kwamen uit Tel-Melach, Tel-Charsa, Kerub, Addon en Immer, 642 afstammelingen van Delaja, Tobia en Nekoda. Zij konden echter niet aantonen dat de families waartoe zij behoorden Israëlitisch waren. 63 Dat gold ook voor de priesterfamilies Chobaja, Hakkos en Barzillai (zij heetten zo sinds hun stamvader een van de dochters van de Gileadiet Barzillai tot vrouw genomen had). 64 Zij zochten naar het schriftelijke bewijs dat ze in de geslachtsregisters waren ingeschreven, maar ze vonden het niet. Op grond daarvan werden ze onrein verklaard en van het priesterschap uitgesloten. 65 De landvoogd liet hun weten dat ze niet van de allerheiligste offergaven mochten eten totdat er een priester was die met behulp van de orakelstenen uitspraak kon doen. 66 De hele gemeenschap telde in totaal 42.360 personen. 67 Daarbij kwamen nog 7337 slaven en slavinnen, 245 zangers en zangeressen, 68 435 kamelen en 6720 ezels. 69 Een aantal familiehoofden stond een bijdrage af voor de tempeldienst, en de landvoogd gaf 1000 gouden darieken, 50 offerschalen, 30 priestergewaden en 500 mine zilver voor de tempelschat. 70 Enkele familiehoofden brachten voor de tempeldienst 20.000 gouden darieken en 2200 mine zilver bijeen, 71 en de overige teruggekeerde ballingen gaven 20.000 gouden darieken, 2000 mine zilver en 67 priestergewaden. 72 De priesters, de Levieten, de poortwachters, de tempelzangers, een deel van het volk, de tempelknechten en alle andere Israëlieten vestigden zich in hun steden.’ (NBV21)
Als er wat te verdelen valt zijn er altijd mensen die willen meedelen ook al komen ze daar niet voor in aanmerking. Ook winnaars trekken altijd volgelingen die wel niet weten waarom de winnaar een winnaar is maar graag in de buurt van winnaars gezien willen worden. Dat was ook al in de tijd van Nehemia zo. Er waren families die mee uit Babel gekomen waren en een beroep deden op de verwarring die door de ballingschap was ontstaan. Ze konden zich niet terugvinden in de geslachtsregisters die bewaard waren gebleven. Maar wie wist nu of alle geslachtsregisters ook bewaard waren gebleven? Nehemia liet het lot maar beslissen. Dat was een oud religieus gebruik waarbij de Hogepriester van de Tempel speciaal daarvoor gemaakte dobbelstenen liet rollen. Van de uitslag hing het ja of nee af. Dat was overigens niet willekeuriger als een beslissing van IND tegenwoordig wie er wel of niet ons land binnen mag en mee mag doen met onze samenleving.
In elk geval lees je uit dit verhaal dat deelname aan het volk van Israël niet te koop was. Ze mochten gewoon niet meedoen tot een beslissing gevallen was. Dat is bij ons anders. Als je geld genoeg hebt, als je rijk bent, dan krijg je vast een verblijfsvergunning voor ons land want dan ben je een aanmerkelijk Nederlands belang. Dat is ook zo als je heel hoog bent opgeleid en een Nederlands bedrijf wil je graag hebben. De strenge regels waar we altijd van horen gelden alleen voor de armen. En dat echte vluchtelingen hun vervolging vaak niet schriftelijk kunnen bewijzen omdat dictaturen wel uitkijken martelingen en vervolgingen schriftelijk vast te leggen komt bij onze IND eigenlijk nooit op. De samenleving van Nehemia werd ondertussen stevig opgebouwd. Er werden gaven ingezameld en de eerste belasting werd betaald, in gouden drachmen en zilveren minen. Die drachme is een Griekse munteenheid en de minen is een Babylonische maat, in de Bijbel ook wel talenten genoemd en vroeger ook wel vertaald met ponden.
Met de priestergewaden kon ook de Tempeldienst opnieuw in ere worden hersteld. De tempelschat was overigens een geld voorraad voor tijden van nood. Priesters en levieten hadden immers geen land. Zij waren afhankelijk van de offerbereidheid van de gelovigen. Levieten woonden in de dorpen en steden van Israël en waren daar ook rechters. Zij bestudeerden de wetten van Mozes, de Thora. Ze probeerden bij problemen in de samenleving uit te leggen wat er volgens de Thora zou moeten gebeuren, hoe de Thora vervuld zou moeten worden. Rechtspraak is de bodem en de ruggengraat van de samenleving, maar hier ging het niet alleen om beslissing van conflicten maar ook om het aangeven van de richting die de samenleving op zou moeten gaan.. Het is bij ons altijd weer jammer als een rechter een verdachte van een misdrijf vrij moet spreken omdat het Openbaar Ministerie haar werk niet goed heeft gedaan. Dan heeft het recht haar loop niet gehad en is er aan mensen onvoldoende of helemaal geen recht gedaan maar de vraag of de verdachte wellicht de juiste richting voor ons gewezen heeft blijft ook onbeantwoord.