Nehemia 7:72b–8:12
72b De tempelknechten en alle andere Israëlieten vestigden zich in hun steden.’ 1 Aan het begin van de zevende maand, toen de Israëlieten zich in hun steden hadden gevestigd, verzamelde het voltallige volk zich op het plein voor de Waterpoort. Men vroeg Ezra, de schrijver, het boek te halen met de wet van Mozes, de wet die de HEER aan Israël had opgelegd. 2 Ezra, de priester, haalde het wetboek en toonde het aan de aanwezige mannen en vrouwen, en aan iedereen die in staat was het te begrijpen. Dit gebeurde op de eerste dag van de zevende maand. 3 Op het plein voor de Waterpoort las Ezra de mannen en de vrouwen en iedereen die het kon begrijpen hardop uit het boek voor, vanaf het moment dat het licht werd tot de middag. Allen luisterden aandachtig naar de voorlezing van het wetboek. 4 Ezra, de schrijver, stond op een houten verhoging die voor deze gelegenheid was vervaardigd. Naast hem, aan zijn rechterhand, stonden Mattitja, Sema, Anaja, Uria, Chilkia en Maäseja, en aan zijn linkerhand Pedaja, Misaël, Malkia, Chasum, Chasbaddana, Zecharja en Mesullam. 5 Ezra stond hoger dan het volk, zodat iedereen kon zien hoe hij het boek opende, en op dat moment ging heel het volk staan. 6 Ezra prees de HEER, de grote God, en heel het volk antwoordde: ‘Amen, amen,’ en ze hieven hun handen op, knielden neer en bogen diep voor de HEER. 7 Vervolgens legden de Levieten Jesua, Bani, Serebja, Jamin, Akkub, Sabbetai, Hodia, Maäseja, Kelita, Azarja, Jozabad, Chanan en Pelaja de wet uit aan het volk, dat weer was gaan staan. 8 De Levieten lazen het boek met de wet van God duidelijk voor en gaven er uitleg bij; zo verschaften ze inzicht in het gelezene. 9 Nehemia-hij was de landvoogd-,Ezra, de priester en schrijver, en de Levieten die het volk uitleg gaven, zeiden tegen iedereen: ‘Deze dag is gewijd aan de HEER, uw God; rouw dus niet, en huil niet!’ Het hele volk was namelijk in tranen uitgebarsten toen het de woorden van de wet hoorde. 10 Ezra zei tegen hen: ‘Maak een feestmaal klaar met lekker eten en drinken, en deel ervan uit aan wie niets heeft, want deze dag is gewijd aan onze Heer. Wees niet bedroefd, want de vreugde die de HEER u geeft, is uw kracht.’ 11 De Levieten maanden het volk tot stilte. Ze zeiden: ‘Wees stil, dit is een heilige dag, wees dus niet bedroefd.’ 12 Toen ging iedereen eten en drinken. Ze deelden alles met elkaar en maakten er een groot en vrolijk feest van. Ze hadden begrepen wat hun was verteld. (NBV21)
Voor een stad is de watervoorziening een levensader. Je merkt dat in onze dagen als er weer eens een hoofdwaterleiding is gesprongen en zelfs ziekenhuizen de operaties moeten afzeggen omdat er te weinig schoon drinkwater beschikbaar is. Water is dan ook een belangrijk onderwerp in de ontwikkelingssamenwerking. Schoon drinkwater voor de mensen, voldoende water voor planten en dieren en bescherming tegen water dat het land dreigt te overspoelen. Geen wonder dan ook dat in de stad van de Vrede die onder leiding van Nehemia vorm had gekregen de mensen bij de Waterpoort bij elkaar kwamen. En wat gingen ze doen? Bidden en zingen? Welneen, ze vroegen de Priester Ezra, zelf ook schrijver, om het Wetboek van Mozes te halen en voor te lezen.
Wat hier nu precies mee is bedoeld weten we niet. Onder de Wetten van Mozes worden over het algemeen de eerste vijf boeken van de Bijbel verstaan, Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Dat ze alle vijf achter elkaar zouden zijn voorgelezen lijkt gelet om hun omvang nogal onwaarschijnlijk. Er zijn geleerden die aannemen dat alleen het boek Deuteronomium is voorgelezen omdat dat boek in en na de ballingschap een grote invloed moet hebben gehad op het tot stand komen van de hele Hebreeuwse Bijbel zoals wij die nu kennen. Anderen houden het er op dat alleen de 10 geboden zijn voorgelezen, al lijkt dat weer wat weinig gelet op het vervolg van het verhaal. Hoe het ook zij, de stad van de vrede begint met het zich inprenten van de Wet van de Liefde, de wet die zegt dat je je naaste moet liefhebben als jezelf.
Dat is pas God liefhebben boven alles. Ze hadden Ezra op een speciale verhoging gezet zodat iedereen hem goed zou kunnen horen. Priesters en Levieten stonden het dichtst bij hem. Die Priesters en Levieten gingen vervolgens de Wet aan iedereen uitleggen. Dat ze het hadden begrepen zou snel genoeg blijken. Na een lange ballingschap, na een angstige tijd van herstel van de muren, was het begin van de nieuwe samenleving een emotioneel gebeuren. Velen barsten in huilen uit staat er. Maar huilen is niet het gepaste antwoord op de geboorte van een nieuwe samenleving. Dat hoort een feest te zijn. En dat feest krijgt een vorm die een antwoord is op de voorlezing van de Wet. Nog steeds is er een feest dat de vreugde van de Tora heet. In het verhaal van vandaag komt er een maaltijd waaraan iedereen kan meedelen. In de nieuwe samenleving is niet alleen voor iedereen een plaats, iedereen kan er ook aan meedoen. Dat is pas een stad van de Vrede, daar kunnen we nog steeds een voorbeeld aan nemen.