Numeri 21:21–22:1
21 Israël stuurde gezanten naar koning Sichon van de Amorieten met deze boodschap: 22 ‘Sta ons toe door uw land te trekken. We zullen niet door akkers en wijngaarden gaan en we zullen geen water uit bronnen drinken. Zolang we ons in uw gebied bevinden, zullen we de Koningsweg volgen.’ 23 Maar Sichon weigerde Israël doortocht te verlenen, hij verzamelde zijn troepen en trok de woestijn in, Israël tegemoet. Bij Jahas viel hij hen aan. 24 Maar de Israëlieten versloegen hem en veroverden zijn land, van de Arnon tot aan de Jabbok, die de grens vormde met de Ammonieten en waarlangs versterkingen lagen. 25 Israël nam alle steden van de Amorieten in en ging er wonen, ook in Chesbon en de omliggende dorpen. 26 Chesbon was de hoofdstad van de Amoritische koning Sichon. Hij had oorlog gevoerd tegen de vorige koning van Moab en hem zijn hele land afgenomen, tot aan de Arnon. 27 Vandaar dat de dichters zeggen: ‘Kom naar Chesbon en herbouw de stad, versterk de stad van Sichon. 28 Vanuit Chesbon verspreidde zich vuur, een vlam kwam uit Sichons woonplaats. Het vuur verteerde Ar-Moab, de heersers over de hoogten, de heuvels langs de Arnon. 29 Wee Moab! Je ging ten onder, volk van Kemos. De zonen van Kemos moesten vluchten, zijn dochters werden buitgemaakt door Sichon, koning der Amorieten. 30 Wij bestookten hen met pijlen en hun land ging te gronde, van Chesbon af tot aan Dibon toe. Wij verwoestten Nofach, bij Medeba.’ 31 Israël vestigde zich dus in het gebied van de Amorieten. 32 Nadat Mozes Jazer had laten verkennen, werden de dorpen rond die stad ingenomen. De Amorieten die er woonden, werden verdreven. 33 Daarna trokken ze verder in de richting van Basan, en koning Og van Basan trok tegen hen ten strijde. Hij rukte met zijn voltallige leger op naar Edreï. 34 Maar de HEER zei tegen Mozes: ‘Je hoeft niet bang voor hem te zijn, want Ik lever hem aan je uit, met heel zijn leger en zijn land. Doe met hem hetzelfde als wat je gedaan hebt met Sichon, de koning van de Amorieten, die in Chesbon zetelde.’ 35 De Israëlieten versloegen hem en zijn zonen en ook zijn hele leger, tot de laatste man, en namen zijn land in bezit. 1 Daarna trokken ze verder en sloegen hun kamp op in de vlakte van Moab, aan de overkant van de Jordaan, ter hoogte van Jericho. (NBV21)
Israël ontwijkt dus de gevechten met Edom. De broederschap tussen Jacob, waarvan Israël afstamt, en Edom, dat van Esau afstamt is nog te vers en wordt door iedereen nog gevoeld, het is een broedervolk. Maar die andere volken die tussen de woestijn en de Jordaan wonen? Daarmee is de band een stuk losser. Neem nu koning Sichon van de Amorieten. Daar wordt toch dezelfde vraag gesteld als eerst aan Edom was gesteld. En die reageerde nota bene gelijk met oorlog. Wij zijn daar niet zo verbaasd over maar die Sichon van de Amorieten woonde bij de Eiken van Mamre. De eerste plaats waar Abraham zich had gelegerd in Kanaän. Abraham had nog een grot van ze gekocht om zijn vrouw te begraven. Maar nog belangrijker was dat Abraham volgens het verhaal in Genesis hen aan een overwinning had geholpen in een belangrijke oorlog. Het is de eerste oorlog die in de Bijbel wordt genoemd. Abraham had toen afgezien van oorlogsbuit en nu kwamen de afstammelingen van Abraham heel netjes om hulp vragen en ze kregen een leger op de kop. Dat leger werd dan ook verslagen.
Een spotlied roemt over het vuur dat uitgaat van de hoofdstad Chesbon. Daar was de tempel van hun God en als er vuur uit je heiligdom gaat dan wordt je daar zelf het slachtoffer van zo hadden de Israëlieten ervaren. De volgende die zich meldde was Og van Basan. Dat was een van de reuzen die de eerste verkenners hadden gezien en die het volk Israël afgeschrikt hadden om Kanaän in te nemen. Die Og wordt in de Bijbel als een geweldige reus afgeschilderd. Hij was waarschijnlijk zelfs niet uit Kanaän afkomstig, maar wordt door sommigen gezien als een Hethiet, een volk dat als eerste paarden en wagens gebruikte in de oorlog. Deze Koning van Basan wachtte niet af tot het volk Israël netjes kwam vragen of ze door zijn land konden trekken hij trok gelijk met zijn leger op. Dat zou die woestijnzwervers wel afleren. Iedereen was immers altijd al bang voor hem en zijn broers. Maar volgens de God van Israël hoef je nooit bang te zijn, zonder vrees kon het volk optrekken tegen deze vechtmachine.
Het gevolg is dat Israël de macht krijgt over een belangrijk stuk grond aan de oostzijde van de Jordaan. Daar zullen uiteindelijk ook een paar stammen van Israël gaan wonen Maar zo ver is het nog lang niet. Het beloofde land ligt niet op de grens van de woestijn, het ligt aan de andere kant van Jordaan, waar de grond vruchtbaar is en de druiventrossen zo groot kunnen worden dat er twee mannen nodig zijn om één tros te dragen. Denk dus niet dat we er al zijn als we een tijdje geen vreemde legers op onze grond zien, als er geen onderdrukkers meer zijn die ons volk willen knechten. We zullen moeten proberen overal in de wereld vrede te brengen, want elke oorlog, elke dictatuur heeft tegenwoordig invloed op ons welzijn en onze samenleving. We zullen ook respect moeten blijven houden voor de broedervolken. We zingen in ons volkslied dat we van Duitse bloed zijn en met dat volk zullen we dus een band moeten hebben. We wonen in een werelddeel waar allemaal verschillende volken wonen die in de loop van de eeuwen de ene oorlog na de andere met elkaar gevoerd hebben. Samen een op gemeenschappelijke wetten gebaseerde samenleving vormen, volgens de richtlijnen uit de leer van Mozes, levert vrede en welzijn op en een samenleving waarin iedereen mee kan doen. Er valt nog veel werk te verzetten.