Numeri 21:10-20
10 De Israëlieten trokken verder en sloegen hun kamp op in Obot. 11 Nadat ze uit Obot weggetrokken waren, sloegen ze hun kamp op bij Ijje-Haäbarim, in de woestijn die ten oosten van Moab ligt. 12 Van daar trokken ze verder, en ze sloegen hun kamp op in het dal waardoor de Zered loopt. 13 Weer trokken ze verder, en ze sloegen hun kamp op aan de overkant van de Arnon, en wel in de woestijn die aan het gebied van de Amorieten grenst; de Arnon vormt de grens tussen Moab en het gebied van de Amorieten. 14 Daarom wordt er in het Boek van de oorlogen van de HEER gesproken van ‘Waheb in Sufa en de beken die de Arnon vormen, 15 en het stroomgebied van die beken, dat zich uitstrekt tot waar Ar ligt en dat aan het gebied van Moab grenst’. 16 Van daar ging het verder naar Beër, de bron waar de HEER tegen Mozes gezegd had: ‘Roep het volk bijeen, dan zal Ik het water geven.’17 Israël zong toen dit lied: ‘Wel op, bron! Zing voor de bron, 18 ontsloten door vorsten, geopend door de hoogsten, met scepter en heersersstaf!’ Vanuit de woestijn ging het verder naar Mattana, 19 van Mattana naar Nachaliël, van Nachaliël naar Bamot, 20 en van Bamot naar de vallei in Moab, en vervolgens verder naar de Pisga. Vanaf de top van die berg kijkt men uit over de Jesimon. (NBV21)
Wie wel eens bij vrienden of verwanten een dia avond heeft meegemaakt over een vakantiereis naar een ver en onbekend land zal aan het eind van zo’n avond best wel eens geduizeld hebben van alle plaatsnamen die in de loop van de avond zijn genoemd. Reisverhalen zijn daardoor soms ook moeilijk te lezen. Voor veel mensen is het met het verhaal van vandaag ook het geval. Ook hier wordt een reis beschreven. Alle plaatsen die genoemd worden zijn niet eens terug te vinden in de woestijn. In de loop van de eeuwen is daar veel veranderd. Het is dan ook maar de vraag of hier echt een reis wordt beschreven. Er zijn twee rivieren die worden genoemd. De Zered en de Arnon. De Zered vormde de grensrivier tussen Edom en Moab en de Arnon de grensrivier tussen de Amorieten en Moab. Nu hadden we al gelezen dat het volk Israëlin Edom zeker niet welkom was en er om heen moet trekken. Ook al kennen we de steden niet dan lijkt hier een beschrijving te worden gegeven van het omtrekken rond Moab.
Dat de reis schematisch wordt beschreven leren we als we de reis wat nauwkeuriger lezen. Het begint met vier korte reizen waar het volk zich legert en weer optrok. Op die manier beschrijf je ook dat het beloofde land steeds dichterbij komt. Waar de reisbeschrijving vandaan komt wordt ook aangeduid. Het is het boek “De oorlogen van de Heer”, maar ook dat boek kennen we niet. Het komt in de Bijbel wel vaker voor dat er citaten zijn uit boeken die we niet kennen. In de beide boeken Koningen wordt herhaaldelijk verwezen naar de boeken over Koningen als je meer wil weten. Dat boek van de oorlogen van de Heer zou ook best een liedboek kunnen zijn waarin een aantal oorlogen die Israël had gevoerd werden bezongen. Belangrijker is wellicht dat dit citaat de inleiding is van het water van Mozes en de Bron waaruit werd geput. Dat snappen we pas als we weten dat “Beër” het Hebreeuwse woord voor bron is. De vorsten die de bron hebben gegraven kunnen niemand anders zijn dan Mozes en Aäron. Van hen zijn de staven immers heel bijzonder gebleken.
Er zijn Rabbijnen die veel later een commentaar geschreven hebben op de eerste vijf boeken van de Bijbel, de Tora. Er is een commentaar op dit Bijbelgedeelte dat zegt dat er de hele reis één bron was die steeds met het volk meetrok, één bron gegraven door Mozes en Aäron als een geschenk van God aan het volk. De scepter en de herdersstaf worden dan gezien als de Tora, de leer van Mozes die als het ware uit de Woestijnbron opwelt. In het najaar viert het volk Israël nog steeds een oogstfeest waar de reis door de woestijn wordt gevierd, het loofhuttenfeest. Men woont dan een tijdje in hutten gemaakt van takken met bladeren en eet vruchten. Bij dit feest spelen de gaven van de Tora, de richtlijnen voor de menselijke samenleving een grote rol. Het verhaal dat we vandaag gelezen hebben is dus niet zomaar een reisverhaal. We moeten dit verhaal in gedachten houden als we straks gaan lezen over de verhouding met Moab, een volk dat afstamt van Lot, de broer van Abraham. Maar we moeten ook beseffen dat waar we ook zijn of heengaan de leer van Mozes, heb uw naaste lief als uzelf, steeds een zo grote rol speelt dat je leven er van afhangt.