1 Korintiërs 2:10-16
10 Aan ons heeft God dit geopenbaard, door de Geest, want de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God. 11 Wie is in staat de mens te kennen, behalve de geest van de mens? Zo is alleen de Geest van God in staat om God te kennen. 12 Wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die van God komt, opdat we zouden weten wat God ons in zijn goedheid heeft geschonken. 13 Daarover spreken wij, niet op een manier die ons door menselijke wijsheid is geleerd, maar zoals de Geest het ons leert: wij verklaren het geestelijke met het geestelijke. 14 Een mens die de Geest niet bezit, aanvaardt niet wat van de Geest van God komt, want voor hem is het dwaasheid. Hij kan het ook niet begrijpen, omdat het geestelijk moet worden beoordeeld. 15 Maar een mens die de Geest wel bezit, kan alles op de juiste wijze beoordelen, en zelf kan hij door niemand beoordeeld worden. 16 Er staat immers geschreven: ‘Wie kent de gedachten van de Heer, zodat hij Hem zou kunnen onderwijzen?’ Welnu, onze gedachten zijn die van Christus.(NBV21)
Als je dit stuk uit de brief aan de mensen in Korinthe oppervlakkig leest lijkt het wel of je in een spookverhaal terecht bent gekomen. Geesten voor en geesten na. Door de geest, voor de geest en in de geest. Maar lees nu voor de “geest” “De manier waarop”, of “de mentaliteit waarin” dan wordt het stuk al heel wat helderder. De manier waarop God met mensen omgaat is heel anders dan de manier waarop men in de wereld om ons heen met mensen omgaat. God gaat het in de eerste plaats om de zwakken, de hulpelozen, de armen, daar kijkt God uit naar wie willen helpen. Wij kijken over het algemeen naar de rijken en de machtigen, “de aanzienlijken” noemen we hen dan ook.
Als het er om gaat ons land in verband met religie te brengen dan sturen we onze Koning naar een dure kerk, vol fraaie koren, muziek en fraaie woorden van deftige mensen. Het zou dwaas zijn de Koning namens ons allemaal naar de een kerk te sturen, die vol zit met zwervers, uitgeprocedeerden, drugsverslaafden en mensen die psychisch in de war zijn. Nou over die dwaasheid gaat het in die brief van Paulus. Die dwaasheid is de dwaasheid van de gelovigen, de dwaasheid die ze hebben door het geloof in God, de dwaasheid die ze kregen door hun leven in te richten in de mentaliteit, of de Geest van God. Dat heeft dus niks te maken met vroomheid, met fraaie tempels, moskeeën of kerken, met gebeden die fraai klinken of liederen die mooi vertolkt worden, dat geloof heeft alleen te maken met mensen die bevrijd worden, die weer mee mogen gaan doen, die geheeld worden doordat we een hand uitsteken.
Als je de dingen in die geest gaat doen dan snap je ook hoe het met God en de mensen in elkaar zit. Paulus zegt dat de mensen van de wereld om ons heen er niet op zouden komen om godsdienst en religie te zoeken bij de armsten en de zwaksten, maar dat de machtigen van deze wereld daarom zullen vergaan. Dat is maar te hopen, de rijken en machtigen geven nog geen duimbreed toe als het gaat om financiële hulp bij honger en bij schade door de klimaatverandering. Onze huidige beschermregering van rijken en welgestelden weigert ook maar iets extra’s van hun beschermelingen te vragen. Het is de tijd dat het lied van Maria weer gezongen wordt: “Machtigen zal God van de troon stoten”. We moeten maar luid meezingen want we zijn er hard bij nodig. En op die manier zijn ook onze gedachten die van Christus.