Spreuken 21:12-21
12 De rechtvaardige God slaat de goddelozen gade, Hij stort ze in het verderf. 13 Wie zijn oren sluit voor het gejammer van de arme zal ooit zelf om hulp schreeuwen, en geen antwoord krijgen. 14 Een heimelijke gift doet woede bedaren, onderhands gegeven geld temt razernij. 15 De rechtvaardige vindt er vreugde in recht te doen, voor de boosdoener is het recht een verschrikking. 16 Wie afdwaalt van de weg van het verstand zal belanden in het rijk van de schimmen. 17 Wie altijd maar feestviert, zal gebrek lijden, wie van wijn en verfijnd voedsel houdt wordt nooit rijk.
18 Oprechten worden vrijgekocht, trouwelozen niet; goddelozen dienen als losgeld voor rechtvaardigen. 19 Je kunt beter in de woestijn wonen dan leven met een humeurige vrouw die ruzie zoekt. 20 Een wijze heeft rijke schatten en kostbare olie in huis, een dwaas verkwanselt alles. 21 Wie rechtvaardigheid en trouw nastreeft ontvangt leven, voorspoed en eer. (NBV21)
In het gedeelte dat we vandaag uit het boek Spreuken lezen worden de onnozelen gezet tegenover de rechtvaardigen, de wijzen. Dat begint al direct. Een spotter kan een kwaadaardige spotter zijn, daar hoeven we het niet over te hebben die leert toch niets, maar kan ook een onnozele of iemand die onervaren is spotter zijn. Iemand dus die zich graag in de kring van volwassenen mengt maar daar nog niet veel weet van heeft. Als je die terechtwijst dan zal die dat beschouwen als een les. Als je een wijze terechtwijst dan zal die daar dankbaar voor zijn, een wijze gaat er immers van uit dat de God van Israël er altijd bij is en dat de richtlijnen van de God van Israël een lamp voor de voet zijn. Een terechte terechtwijzing is dan een boodschap van de God van Israël over de te volgen weg. Die kwaadaardigen zijn de goddelozen die in het verderf gestort worden. Die luisteren niet naar de armen en als ze hulp willen hebben zullen ze die dan ook niet krijgen.
Maar hoe ga je nu met goddelozen om? Ook daar heeft het boek Spreuken een antwoord op. De goddelozen letten allereerst op geld en bezit. Als je ruzie met goddelozen wil vermijden dan moet je ze dus afkopen, stilletjes en heimelijk want anders komen ze allemaal en gaan ze het er om doen. Bij rechtvaardigen hoef je daar niet mee aan te komen, voor hen is recht recht en onrecht onrecht, wie onrecht doet kan de straf dus niet afkopen, die wacht ellende. Zelf verstandig blijven is dus het allerbeste. Je geld uitgeven aan feestvieren, of veel eten en drinken maakt dat je reserve voor slechte tijden wegsmelt en die slechte tijden zullen we allemaal wel eens meemaken. Ook hier worden de onnozelen gezet tegenover de wijzen. En bij de goddelozen steken de wijzen als glanzend af, zo mooi dat het bestaan van de goddelozen al maakt dat de wijzen vrijuit gaan.
En de wijsheid begint bij je thuis. Echtelijke ruzie en huiselijk geweld is het ergste dat je kan overkomen. Aangezien de wijsheid als een vrouw wordt getekend in het Spreukenboek zijn er kennelijk ook twee soorten wijsheid. De wijsheid die het begin is van de kennis van de God van Israël, die haar wijsheid uitroept op de hoeken van de straten en wijsheid die alleen maar let op het slechte in het leven, een humeurige wijsheid dus die altijd maar moppert over wat er niet deugt. Twee mogelijke huisvrouwen dus tussen wie je moet kiezen. Nu, we hebben al gelezen dat je beter in een hoekje op je dak kunt wonen dan in één huis met een humeurige huisvrouw, hier lezen we dat je beter in de woestijn kunt wonen dan samen met een humeurige vrouw die ruzie zoekt. De wijsheid is als een kostbare schat die je in huis hebt, een dwaas verkwanselt die schat door te letten op wat slecht is. Rechtvaardigheid, mensen tot hun recht laten komen, trouw, je houden aan de wet van heb je naaste lief als jezelf brengen je pas echt leven, laten je ook zelf tot je recht komen en brengen je eer. Maar goed dat we er elke dag opnieuw mee kunnen beginnen, ook vandaag weer.