Spreuken 20:1-10
1 Van wijn word je een spotter, van bier een braller, wie zich bedrinkt, verliest zijn verstand. 2 Als het brullen van een leeuw, zo zijn de dreigementen van een koning, wie ze in de wind slaat, brengt zijn leven in gevaar. 3 Het strekt een mens tot eer om ruzie te vermijden, een dwaas stort zich in een woordenstrijd. 4 Een luiaard ploegt niet in de herfst, en vraagt zich in de zomer af waarom hij niet kan oogsten. 5 Wat omgaat in een mensenhart is als diep verborgen water, iemand met inzicht brengt het naar boven. 6 Velen roemen hun eigen trouw, maar wie vindt een mens die werkelijk betrouwbaar is? 7 Wie rechtvaardig is, leidt een onberispelijk leven, zijn nageslacht zal gelukkig zijn. 8 Als het recht de troon van een koning schraagt, verjaagt hij met zijn blik elke boosdoener. 9 Wie zou kunnen zeggen: ‘Ik heb mijn hart gezuiverd, ik ben vrij van zonden’? 10 Twee gewichten om te wegen, twee maten om te meten, beide zijn de HEER een gruwel. (NBV21)
Volgens de geleerden die de Bijbel grondig hebben bestudeerd en daar ook les in geven zou in het gedeelte dat we vandaag lezen maar weinig samenhang te vinden zijn. Maar dat is toch merkwaardig, want als je de tien stellingen van vandaag achter elkaar leest en je begint met de braller dan zeg je steeds ja, ja zo zit het ook in elkaar. Het gaat hier om het vertonen van slecht, onverstandig of dwaas gedrag. Dat gedrag is meestal het eerst schadelijk voor jezelf, maar vaak ook voor anderen en dan wordt het nog erger. Dit laatste is bijvoorbeeld te zien aan de spreuk over de twee maten. Het hebben van een valse maat is op zich al erg, een misdrijf volgens de Bijbel, maar met het hebben van twee maten kun je je bedrog nog verbloemen ook en net doen of je een eerlijke koopman bent.
Maar moeten we nu alles met de mantel der liefde bedekken en als een zwijgende wijze in een hoekje gaan zitten? Zo is het niet. Het is echter zaak voor het goede ook resultaat te bereiken. Het in gevaar brengen van je eigen leven is soms nodig in het verzet tegen een onrechtvaardige koning, in onze dagen tegen een wrede dictatuur. Maar je moet wel beseffen je dan je eigen leven en vaak dat van anderen in gevaar brengt. Onnodig levens in gevaar brengen moet je zeker vermijden. Het gaat er dus om je verzet behoedzaam te organiseren. Daarom is het ook wijs ruzie te vermijden en zeker niet in een woordenstrijd verstrikt te raken. Daarom horen die verzen toch bij elkaar. Net als het vers over het ploegen door de luiaard dat er op volgt. Want als je stil blijft zitten omdat het maatschappelijk klimaat zo guur is, omdat die Koning zo brult, dan volgt er nooit een zomer van vrijheid en rechtvaardigheid.
Beter is dus goed nadenken over je strategie, niet te snel handelen en zeker niet te snel spreken. En gedachten zijn vrij want daar kan niemand bij, alleen mensen die net als jij verandering willen op een vreedzame geweldloze manier raden waar je mee bezig bent. Maar pas op, waarschuwt de Spreukendichter, weinig mensen zijn maar echt betrouwbaar. Toch is het spreken over recht en gerechtigheid en daar een samenleving op bouwen vruchtbaar. Dat zal altijd het uitgangspunt moeten zijn want daar hebben de komende generaties nog het meest aan, een samenleving die daarop is gebaseerd kan ook niet snel aan het wankelen worden gebracht ook al worden er fouten gemaakt. Blijf dus een eerlijke maat hanteren. Gelukkig mogen wij in onze samenleving in vrijheid werken aan de bouw van die Goddelijke samenleving, elke dag opnieuw, ook vandaag weer.