Ezechiël 35:11-15
Het mooiste vermaak is leedvermaak. Dat vinden veel mensen nog steeds. Nog dezelfde dag na de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn vlogen de grappen over de auto en de naald al over het internet. De gruwelijkheid van het gebeurde woog voor veel mensen kennelijk niet op tegen hun behoefte grappig te zijn. Nu kan humor ook een manier zijn om ondraagelijke situaties te leren verdragen. Maar dat kan alleen als mensen die de ondraagelijke situaties ondergaan daar zelf grappen over maken en zich door hun gevoel van humor weten te bevrijden van hetgeen hen overkomen is. Niet als anderen om hen lachen. Wie op straat over een bananenschil is uitgegleden heeft hulp nodig, niet een lachbui van de omstanders. Toch kan humor ook helpen om zelfoverschatting en onterecht belangrijk gedrag door te prikken. Het overbekende sprookje van de nieuwe kleren van de Keizer maakt dat op humoristische wijze duidelijk. Ook de gekwetstheid waarop de Belgische leiding van de Roomse zogenaamde Kerk zich beriep toen de bekende publiciste Goedele Lieckens op de voorpagina van haar blad als Non gekleed met een paar hosties duidelijk maakte dat het er om gaat jezelf te delen en dat de afgoderij van sommige religieuze kringen daar danig van kan afleiden. Ezechiël is kennelijk in Babel mensen uit Edom tegengekomen die de ballingen uit Israël kwamen uitlachen. Daar zaten ze nu de heersertjes van de bergen van Israël, als slaven van Heidense volken. Die God van Israël had ze niet kunnen helpen, die God stelde dus kennelijk niks voor. Nee dan die lui van Edom, die mochten nog steeds een beetje onafhankelijk zijn. Daar stegen de topen van hun gebergte, de Seïr, nog steeds tot de hemel. Als die ballingen bleven dan zouden zij van Edom dat land van Israël wel in bezit nemen. Het is een vorm van leedvermaak dat de onderdrukten nog verder onderdrukt. Het doet denken aan de ergste sexistische en rascistische grappen die je tegenwoordig achter een hand nog wel eens hoort vertellen. Ook zogenaamde homograppen of grappen over transsexuelen en travestieten horen in die categorie thuis. Ze zijn ronduit vijandig en voor betrokkenen voelen ze als slagen in het gezicht waar je je niet tegen kan verdedigen. Want pijn doet het evengoed en wie moet leven in een klimaat van dit soort humoristische vijandigheid kan voor het leven beschadigd raken. Wie hier bang voor is en de eigen persoonlijkheid denkt te moeten verbergen voor de buitenwereld kan tot vreemde misstappen komen. Op een goede dag kan er iets knappen en dan komt alle woede en angst als onverwacht schijnbaar zinloos geweld naar buiten, zoiets als in Apeldoorn. Ezechiël neemt het voor die tijd op voor de slachtoffers, laten wij dat ook maar proberen te doen.