Ezechiël 36:1-7
In ons spraakgebruik zijn profeten nog wel eens verward met waarzeggers, toekomstvoorspellers. Of er iets “waars” te zeggen valt over de toekomst. Profeten voorspellen de toekomst echter niet, ze vertellen waar het op uit zal lopen als er nu in het heden niks veranderd. Het meest duidelijk wordt dat in het boek over de profeet Jona die de verwoesting van Nineve profeteert maar als de bewoners van Nineve zich bekeren en rechtvaardig worden dan gaat die verwoesting niet door. Dat moeten we zeker bij de woorden van Ezechiël ook goed in gedachten houden. Wat hij zegt heeft te maken met de situatie die hij tegenkomt. Als je daar het licht van God over laat schijnen dat zie je hoe het af zal lopen. Natuurlijk weten we ook dat vandaag de dag. Iedereen is er weer bij bepaald immers. Het is in de samenleving te merken. Nu de kredietkrisis is uitgebroken geven mensen minder uit. Ze doen minder boodschappen, ze kopen minder snel grote gebruiksvoorwerpen en wachten even met het boeken van vakantie. Want iedereen heeft kunnen zien dat al die hebzucht, al het leven op de pof, uiteindelijk maar zal leiden tot rampspoed en ellende. Dat hebzucht en spilzucht tot ellende leidt kunnen we ook op tal van plaatsen in de bijbel lezen en je hoeft dus geen profeet te zijn om te zien dat je er iets aan moet doen. Maar ondanks dat veel mensen thuis verstandig zijn richten we onze samenleving nog steeds niet zo in dat hebzicht en spilzucht beteugeld worden. Een maximale tijd aan schulden, zoals de Bijbel die kent, voeren we niet in. Een maximale beloning voor mensen die de verhoudingen binnen bedrijven niet onnodig uit elkaar laat groeien voeren we niet in. En controle’s op banken, verzekeringen en pensioenen zijn nog net zo matig en wrak als voor de crisis. Ezechiël speelt al op als een buurland profiteert van de ellende van Israël. Het kan dan wel een broedervolk zijn zoals Edom was, maar dat volk zal uiteindelijk net zo bespot worden als Israël werd in de ballingschap. Al die hebzucht en praalzucht, het zich openlijk beter en sterker voordoen dan de ander zal uiteindelijk uitlopen op ellende en geweld. Dat is sinds de dagen van Ezechiël de hele geschiedenis door zo geweest, tot in onze dagen toe. Pas als een samenleving zorg en bescherming voorop stelt, bereid is te delen met de armsten, de gekwetsen opricht en de geknakten niet breekt dan kan een samenleving in vrede en voorspoed verder. Pas als wij dat zullen weten op te brengen dan zal ook onze financiële crisis zich oplossen. Net als de veel zwaardere voedselcrisis die we nog steeds hebben. Wij voelen die niet maar nog steeds gaan er duizenden dood van de honger in de wereld. Als we dat niet oplossen, als we geen vrede en welvaart in Somalië brengen, dan zal de piraterij alleen nog maar toenamen. Daar hebben we geen profeten meer voor nodig, we lezen het gewoon terug bij profeten als Ezechiël.