Ik zal mij naar jullie toewenden

Ezechiël 36:8-15

Het “jullie” in het opschrift van vandaag zijn niet de ballingen van Israël noch hun kinderen, hier worden de velden en de akkers aangesproken. Daar zal God zich over ontfermen. Een bijzondere manier van zeggen want zou een God zich gaan wroeten in de aarde om het weer vruchtbaar maken? Zou een God gaan ploegen en eggen om het land klaar te maken? Alleen akkerbouwende boeren kunnen zich zoiets voorstellen. Ploegen en eggen is vanouds zwaar werk. Zelfs tegenwoordig met tractor en mechanische hulpmiddelen zijn het zware klussen voor een boer. Dat werk kan alleen met liefde voor de akkerbouw worden gedaan. En als er liefde komt kijken is God niet ver weg, God is immers de liefde zelf. Zo ook in het visioen dat Ezechiël aan de ballingen schetst als antwoord op de opschepperij van Edom. Niet de bergen van Seïr zullen uitkijken over het vruchtbare land van Israël dat door Edom is veroverd, maar de ballingen zullen terugkeren en het land dat God hen had gegeven weer bevolken. Dichtbevolkt zijn is in dat visioen een zegen.Wij kijken daar nog wel eens anders tegenaan al redden we het natuurlijk best met al die mensen, er is eigenlijk zelfs voor iedereen werk en zorg voorhanden. Het hebben van visioenen zijn we alleen een beetje kwijt geraakt. Wie durft nu nog te dromen van een land zonder vervuiling, waar mensen en dieren gerespecteerd worden en menselijk behandeld. Wie durft nog te dromen van een wereld waar geen honger meer is, een wereld waar voor alle kinderen onderwijs is, waar voor iedereen medische zorg in de buurt is, waar alle mensen kunnen drinken van schoon en onbesmet water, waar iedereen de beschikking heeft over een schoon toilet. Daarvoor is een wereld nodig waar het vrede is, waar wapens niet meer regeren, waar hebzucht en spilzucht zijn uitgebannen. Die dromen durven we nauwelijks meer te dromen. Het zijn de dromen van luchtfietsers, van de zachten, de knuffelaars, de geldverspillers zo scheld men ze uit. Beter is het de rijken rijker te laten worden. Beter is het iedereen zelf te laten streven naar rijkdom en welvaart. Wie afhaakt is een verliezer en wie nooit heeft mee kunnen komen en daarvoor onbeholpen een gewelddadige daad stelt is gek. Dat we samen onze samenleving in ons land en in Europa zo zouden kunnen inrichten dat onze dromen over de goede wereld uitkomen komt niet op bij hen die daarvoor echt zouden moeten delen, die zouden moeten denken om een ander, om hun naaste, die samen zouden moeten leven met mensen die anders denken en anders zijn. De dromen van Ezechiël zijn uitgekomen, de ballingen keerden terug, om vervolgens hun ballingschap en hun God te vergeten. Onze dromen kunnen ook uitkomen en ook wij zullen vaak onze God vergeten. Pas als we ons dat bewust zijn en iedereen mee kunnen krijgen in het voortdurend doen wat die God ons vraagt, houden van je naaste als van jezelf, dan krijgen we de wereld waar we van dromen.

Plaats een reactie